September, oktober, november
SNOEIEN IN DE HERFST
* Laatste snoeibeurt voor hagen en snoeivormen in september
* Coniferen mogen worden gesnoeid
* Face-lift voor bladverliezende heesters
* Krooncorrectie en opkronen van vele bomen mag nog
* Vormsnoei bij bomen
Bij de plantenbeschrijvingen wordt heel specifiek naar de herfstsnoei verwezen.
PLANT NU VOORJAARSBOLLEN
September is aan de vroege kant om bloembollen te planten. Oktober is beter, maar ook in november kunnen de meeste bollen nog wel de grond in. Er zijn echter soorten die al vroeg wortels vormen, zoals narcissen, en eigenlijk moeten die toch vrij vroeg geplant worden. Ook sneeuwklokjes en kievitsbloemen kunnen beter eerder worden geplant. Als de bloembollen een tijdje worden bewaard, dan liefst in een goed geventileerde ruimte bij een temperatuur van 18-19 °C. Haal ze wel uit de dozen en bewaar ze nooit in gesloten plastic zakken.
Bollen moeten zo worden geplant, dat ze een eenheid vormen met de rest van de tuinbeplanting. Met een handschep of een speciale bollenplanter zijn ze gemakkelijk te planten. De plantdiepte staat vrijwel altijd op de verpakking vermeld, maar als vuistregel geldt dat de bollen op een diepte (let op: gerekend vanuit de top van de bol) worden geplant die gelijk is aan twee keer de hoogte van de bol.
MAAK DE VIJVER SCHOON
In de herfstperiode belanden er regelmatig veel bladeren in de vijver. Bladeren gaan in het water op den duur rotten en een rottingsproces onttrekt veel zuurstof aan het water. Dit is niet alleen zeer nadelig voor de waterplanten, maar ook voor de dieren die in de vijver leven. Er zijn speciale netten te koop die over de vijver kunnen worden gespannen. Deze netten vangen afgevallen blad op. Als u geen vijvernet wilt, dan is het zaak de afgevallen bladeren met een schepnet te verwijderen.
Zorg dat het blad op zijn laatst in het vroege voorjaar is verwijderd. Waterplanten sterven in de winterperiode grotendeels af. Ook deze bladeren onttrekken bij rotting veel zuurstof aan het water. Haal bijvoorbeeld met een onderwatersnoeischaar de afgestorven bladeren weg. Soms is het nodig de vijver een grote onderhoudsbeurt te geven. Waterplanten zijn te groot geworden, er kunnen lekkages optreden en mogelijk wilt u een andere beplanting.
Een grote schoonmaak is dan op zijn plaats. Breng de vissen onder in een tijdelijk onderkomen en pomp het water uit de vijver. Spoel de waterplanten met schoon water af en bewaar ze in een emmer met water. Maak de vijver grondig schoon, maar zonder reinigingsmiddelen, en herstel eventuele lekkages. Pompen en filters kunnen gelijktijdig worden schoongemaakt. Wanneer alles is schoongemaakt, kan de vijver weer worden beplant. De vissen kunnen beter pas enkele dagen later worden teruggezet.
GEEN HERFSTBLADEREN OP HET GAZON
Gras sterft af wanneer afgevallen bladeren er te lang op blijven liggen. Een dikke laag blad werkt als een verstikkende deken op de grasplantjes. Daarom moet u het gazon in de herfst toch zeker eens in de twee weken vrij maken van bladeren. In de borders kan afgevallen blad blijven liggen tot vroeg in het voorjaar, maar dan moet het blad op die plekken ook worden weggehaald.
LAATSTE MAAIBEURT
Wanneer mag u voor de laatste keer het gazon maaien? Het antwoord is heel eenvoudig: u mag maaien zolang het gras nog groeit en gras groeit vooral lang door als de buitentemperatuur hoog blijft. In een herfst met vroege nachtvorst zal de groei dan ook snel stil komen te liggen, maar bij zacht najaarsweer kan het gras tot begin november doorgroeien. Belangrijk is vooral dat het gras vanaf half september niet te kort wordt gemaaid. Stel de grasmaaier wat hoger in (zo'n 2 tot 2,5 centimeter hoger) en maai het gazon ook niet meer elke week, maar bijvoorbeeld om de week. Zodra het 's nachts licht vriest, mag u niet meer maaien. De groei is eruit en wanneer het gras dan nog wordt gemaaid, loopt u het risico dat u de grasmat blijvend beschadigt.
LAATSTE BEMESTING
Het is verleidelijk om de tuin direct na de zomer te bemesten, maar daar moet u heel secuur mee zijn. De tuin is zichtbaar op zijn retour en dat ziet u bovengronds aan de planten. Ook onder de grond maken de planten zich op voor een lange rustperiode. Als de tuin nog laat in het seizoen wordt bemest, dus op het moment dat de groeiactiviteit langzaam afneemt, worden de planten tegen de natuur in gestimuleerd om opnieuw aan de groei te gaan. Om die reden moeten er na half september geen meststoffen meer worden gegeven. Een uitzondering vormt het gazon, want dat mag tot begin oktober worden bemest.
OOGSTEN VAN NOTEN
Als u een hazelaar in de tuin hebt, kunt u de noten oogsten wanneer ze gemakkelijk uit hun omhulsel loslaten, want plukken gaat gemakkelijker dan de hazelnoten opzoeken tussen het afgevallen blad. Hebt u echter een walnotenboom, dan moet u met de oogst wachten totdat de noten van de boom vallen. De walnoten moeten vervolgens uit hun bolster worden gehaald en nog enige tijd in de schuur of in huis drogen voordat ze lekker zijn om te eten.
SNOEI KUIPPLANTEN IN VORM
Een aantal kuipplanten wordt niet vanwege de bloemen, maar vooral vanwege het fraaie blad gekweekt. En juist die soorten worden vaak in een opvallende vorm geknipt. Een bekend voorbeeld is de echte laurier (Laurus nobilis), maar ook de Franse liguster (Ligustrum texanum) en Pittosporum worden vaak als vormboom in de tuin gebruikt. Om die vorm te behouden, moeten de planten regelmatig worden gesnoeid. Het najaar is daar de beste tijd voor. Om een strakke bol te verkrijgen, kunnen ze het beste in twee etappes worden geknipt.
In eerste instantie wordt de hoofdvorm bepaald. Met een heggenschaar wordt die basisvorm in de struik geknipt. U knipt daarbij wel een aantal bladeren doormidden. Daarom loopt u, wanneer de vorm klopt, de plant nog een keer helemaal na om de toppen met halve bladeren of kale takuiteinden netjes bij te knippen met een snoeischaar. Het mooiste resultaat ontstaat als alle takken zijn teruggeknipt tot net boven de bladeren. De bladoksels zijn namelijk de plaatsen waar de plant weer gaat uitlopen.
KUIPPLANTEN NAAR BINNEN
In onze ijver halen we kuipplanten al vroeg in het najaar naar binnen. We zijn bang voor bevriezing en dus krijgen de meeste planten al tijdig hun plek in de winterberging. De ervaring leert echter dat de sterkere kuipplanten, de wintergroene soorten die lichte vorst verdragen, beter zo lang mogelijk in de tuin kunnen blijven. Tot bij -5 °C kunnen die planten probleemloos buiten staan, maar als de vorst aanhoudt of strenger wordt, moeten ze wel naar binnen.
Zet ze, zodra de kansen op strenge vorst zijn verkeken, weer buiten. De planten worden er veel 'harder' van, ze behouden hun diepgroene bladkleur en ze gaan vroeger in het seizoen groeien én bovendien beter bloeien. Wintergroene kuipplanten die lichte vorst verdragen zijn o.a. Camellia japonica, Arbutus, Ficus carica, Laurus nobilis, Olea europaea en Pittosporum.