VOOR BEHOUD VAN DE VITALITEIT
Bomen en struiken worden met de jaren niet alleen groter, ze verouderen ook. Voor het merendeel van de bomen is dat een voordeel, omdat ze dan sterker verankerd in de grond komen te staan. Ze bouwen ook een forse kroon op en krijgen dikkere takken, zodat ze minder kwetsbaar worden voor weer en wind. Er zijn echter enkele uitzonderingen, zoals de kronkelwilg bijvoorbeeld. Deze krijgt kale, lelijke takken wanneer hij veroudert en daarom wordt in dit geval verjongingssnoei toegepast, zodat de boom mooi blijft. Ook struiken zullen door veroudering steviger worden, maar dit verhouten kan soms drastische consequenties hebben voor bijvoorbeeld de bloei.
Ook de vorm kan door sterke verhouting zodanig achteruit gaan, dat er gaten in de struik ontstaan of dat de onderkant kaal wordt. Een verjongingssnoei oftewel face-lift zorgt ervoor dat bomen en heesters ook op oudere leeftijd de kwaliteit en vitaliteit blijven behouden van een jonge plant.
STRUIKEN: SNOEIEN IN STAPPEN
Bij verjongingssnoei wordt in een cyclus van ongeveer drie jaar de plant in zijn geheel gesnoeid. Het moment waarop met verjongingssnoei moet worden begonnen, kan per soort sterk verschillen, maar vaak worden drie tot vijf jaar na aanplant struiken in het hart kaal, terwijl ze aan de buitenkant groen blijven. Bij hogere soorten verplaatst het mooie uiterlijk van de plant zich van vlak boven de grond naar hogere delen, waarbij de onderkant kaal wordt. Op die momenten is het raadzaam met verjonging te beginnen. Voordat met de snoei wordt begonnen, moeten de opbouw en de vorm van de plant goed worden bekeken. U bepaalt vooraf welke takken er op dat moment worden uitgeknipt en welke in de volgende jaren.
Start het eerste jaar nooit aan de buitenkant met snoeien, maar binnen in de struik en knip gelijkmatig verdeeld een derde deel van de takken uit de plant, zodat de resterende takken voldoende licht en lucht krijgen. Knip de takken terug tot zo'n 30 tot 40 centimeter boven de grond. Snoei de tak terug tot vlak boven een knop die naar de buitenkant van de struik wijst. Ligt die wat hoger dan 40 centimeter, knip dan boven de eerste onderliggende knop die ook naar buiten wijst. Bij planten die tegenover elkaar staande knoppen hebben, is dit niet relevant.
DE TWEEDE DUNNING
In het tweede jaar wordt de helft van de takken weggenomen die vorig jaar zijn blijven staan. De gesnoeide takken zijn opnieuw aan het uitlopen en vormen vanuit de voet weer jonge groene twijgen. Door deze tweede snoei komt er wederom licht en lucht in de struik en zullen de gesnoeide takken jong hout gaan vormen. Snoei de takken op
dezelfde manier als in het eerste jaar, maar kies bij voorkeur nog steeds zoveel mogelijk takken in het hart van de struik.
ALLES VERNIEUWD
Het derde jaar is het laatste jaar van de verjongingscyclus. Bij deze snoeibeurt worden vooral ook de takken aan de buitenzijde weggeknipt die de voorafgaande twee jaren zijn blijven staan, samen met de laatste oude takken in het hart van de plant. Door die allemaal weg te knippen, worden de jonge takken die in de twee voorafgaande jaren zijn gevormd goed zichtbaar en is de struik in zijn geheel verjongd. Alle takken die nu zichtbaar zijn, zijn maximaal twee jaar oud. Ook nu wordt volgens het snoeiprincipe van het eerste en tweede jaar gesnoeid. Zo kan de gesnoeide plant weer even vooruit, zeker een jaar of twee, maar daarna zal weer moeten worden begonnen met een verjonging van de plant.
Alleen is de keuze van de takken dan gemakkelijker, omdat bij de eerste snoeironde de oudste takken worden weggeknipt. Deze verjongingssnoei kan keer op keer worden herhaald, zodat de betreffende planten er mooi blijven uitzien en optimaal zullen bloeien.
BOMEN: LICHT IN DE KROON
Het verjongen van bomen als de kronkelwilg gebeurt op dezelfde manier als bij heesters. De stam blijft intact, maar op de stam staat een kroon die u als een breed uitgegroeide struik kunt beschouwen. In die kroon wordt in het eerste jaar een derde van de takken weggehaald. Vaak is die snoei wat drastischer omdat de takken van een boom veel zwaarder zijn en bestaan uit een hoofdtak met een aantal zijtakken.
DE TWEEDE RONDE
In het tweede jaar wordt weer een deel van de takken weggehaald. Is de kroon nog niet hersteld van de snoeibeurt van het voorafgaande jaar, dan kan deze tweede snoei ook een jaar worden uitgesteld en pas in het derde jaar worden uitgevoerd.
UITEINDELIJK EEN NIEUWE KROON
In het derde jaar wordt het laatste deel van de takken weggehaald, maar ook deze snoei kan met een tussenruimte van een jaar worden uitgevoerd, waardoor de snoeicyclus uiteindelijk kan variëren van drie tot vijf jaar. Is een boom eenmaal verjongd, dan kan hij er weer een paar jaar tegen. Pas op het moment dat de boom kale en lelijke takken laat zien, is het moment aangebroken om hem opnieuw te verjongen.