BEPAAL DE TOEKOMSTIGE VORM
Bij drastische snoei worden bomen, klimplanten, hagen en struiken die deze snoei verdragen tot vlak boven de grond teruggeknipt. Niet al te kort, want dan blijft er te weinig hout over waarop de plant weer opnieuw kan uitlopen. Alle stammen en takken worden met een takkenschaar of scherpe takkenzaag tot zo'n 40 cm boven de grond teruggesnoeid. De precieze hoogte hangt af van de hoogte waarop de stammen zich vertakken, want het is belangrijk dat de oorspronkelijke vertakkingen ook na het snoeien zichtbaar zijn. Dit zijn namelijk de uiteinden waarop de plant weer gaat uitgroeien. Hoe meer vertakkingen na het snoeien zijn overgebleven (kapstokken), hoe bossiger de struik na het snoeien uitgroeit. Zorg er wel voor dat de vertakkingen enige lengte hebben, want op die vertakkingen zijn slapende knoppen aanwezig die door deze forse snoei worden gestimuleerd om uit te lopen.
VOOR PLANTEN MET EEN STERKE GROEIKRACHT
Soms groeien heesters en bomen zo fors uit, dat ze niet meer geschikt zijn voor de plek waar ze staan. Ze nemen teveel ruimte in of halen alle zon weg. Het kan echter ook zijn dat ze zo lelijk zijn uitgegroeid, dat vormcorrecties eigenlijk niet meer mogelijk zijn. Een aantal bomen en klimplanten, maar vooral struiken verdraagt een drastische snoeiwijze. Alle soorten die voor deze snoei geschikt zijn, hebben een enorme groeikracht en zullen dus ook na de ingreep in vrij korte tijd weer uitgroeien. Het is dan wel zaak ze in hun groei te begeleiden om herhaling te voorkomen. Door regelmatige snoei kunnen veel problemen worden voorkomen.
IN ÉÉN SEIZOEN WEER HOOG
Na de snoei blijft er een voor het oog troosteloze 'stobbe' over, maar wel met de nodige vertakkingen aan de uiteinden. De stobben van grotere struiken en bomen die zich zo drastisch laten snoeien, zullen over het algemeen wat groter zijn dan die van kleinere heesters. Eventueel kunnen de zaagvlakken worden ingesmeerd met een wondbehandelingsmiddel. De takken zullen daardoor niet of nauwelijks bloeden, maar nog belangrijker is dat dit middel schimmels en ziekten op de takuiteinden voorkomt
OERHOLLANDSE GROEIVORM: KNOTBOMEN
Soms wordt bij drastische snoei niet zo laag teruggeknipt. Snelgroeiende bomen als els en wilg bijvoorbeeld, zijn van nature forse bomen die 'knotten' gaan vormen als ze drastisch worden gesnoeid. Zo'n knot mag best worden gezien en daarom worden deze boomsoorten zo'n 2 meter boven de grond afgezaagd om een knotboom te vormen. Ze kunnen ook zo'n 0,5 tot 1 meter boven de grond worden teruggesnoeid. Bomen die al een knot hebben en opnieuw drastisch gesnoeid worden, moeten boven de knot worden geknipt als de knot zich verder moet ontwikkelen. Afzagen onder de knot kan ook, maar dan zal de boom opnieuw aan knotvorming moeten beginnen.
DRASTISCHE SNOEI BIJ HAAGPLANTEN
Een aantal haagplanten, waarvan Taxus het meest bekende voorbeeld is, kan op den duur door allerlei omstandigheden dun en zelfs kaal worden. De soorten die geschikt zijn voor drastische snoei worden tot ongeveer 40 cm boven de grond teruggeknipt. Ook bij hagen is het belangrijk dat de basisvertakkingen vanuit de hoofdstam intact blijven om opnieuw tot een dichte haag te kunnen uitgroeien. Het lijkt terug naar af, maar omdat hogere hagen ook een flink wortelgestel hebben, zullen ze vrij snel weer flink uitgroeien, in ieder geval veel sneller dan jonge haagplanten. Zorg dat hagen vanaf het eerste begin volgens de haagsnoei worden onderhouden om herhaling te voorkomen.
DRASTISCHE SNOEI BIJ KLIMPLANTEN
Zeker bij klimplanten is het soms moeilijk te beoordelen hoe en wat er moet worden gesnoeid. Vooral de soorten met een fijne en dichte vertakking laten moeilijk zien welke takken eruit kunnen worden geknipt en welke niet. De vertakking kan zelfs zo dicht zijn, dat er maar één oplossing is, namelijk drastische snoei. In principe kunnen de hiervoor geschikte soorten ook worden teruggeknipt tot zo'n 40 cm boven de grond. De plant zal daarna opnieuw aan zijn groei beginnen. Veel klimplanten hebben echter een overzichtelijke vertakking tot zo'n 1,50 meter boven de grond en pas daar begint de dichte kluwen.
Het alternatief is dat de onderkant gespaard blijft en dat alleen de wirwar aan vertakkingen wordt weggeknipt. De klimplant behoudt dan zijn stamhoogte en kan vanaf daar opnieuw worden geleid