BESSEN: LEVERANCIERS VAN HET LANDELIJKE
Zowel bij kruisbessen als bij aalbessen (rode bessen en witte bessen, hier verder alleen rode bessen genoemd) is het vormen van een hoofdtakkenstelsel erg belangrijk. Dit begint al met het snoeien na het planten. Bij rode bessen is een stelsel van 8 tot 10 hoofdtakken voldoende, bij kruisbessen mogen dit 8 tot 12 takken zijn. Rode bessenstruiken dragen vruchten aan de basis van eenjarige zijscheuten. Kruisbessen dragen ook vruchten aan oudere zijscheuten. Na het vormen van het hoofdtakkenstelsel worden de zijscheuten teruggesnoeid, zodat er korte loten ontstaan, waaraan de planten elk jaar vruchten zullen dragen.
De vorming en snoei van zwarte bessen wijkt wat af en wordt daarom apart behandeld.
KRUIS- EN RODE BESSEN: NA HET PLANTEN
Na het planten van de kruisbes of rode bes worden in maart alle takken die korter zijn dan 10 cm weggeknipt. De resterende takken blijven behouden. Bij de rode bes worden die resterende takken voor de helft ingekort, terwijl de resterende takken van de kruisbes zelfs voor ¾ deel mogen worden ingekort. Snoei altijd terug tot op een naar buiten gerichte knop. Er zijn ook hangende rassen. Snoei dan op een naar boven gerichte knop.
Het inkorten van de struik na het planten heeft als doel de plant te stimuleren nieuwe en sterke scheuten te maken. Dit is belangrijk voor het hoofdtakkenstelsel.
KRUIS- EN RODE BESSEN: EINDE EERSTE GROEISEIZOEN
In het eerste groeiseizoen groeien uit de gesnoeide takken nieuwe scheuten. Deze worden in de eerstvolgende winter, dus na het eerste groeiseizoen, gesnoeid. Deze nieuwe groei van het afgelopen seizoen wordt met de helft (bij rode bessen) of tot op een kwart (bij kruisbessen) ingekort. Ook hierbij geldt dat er moet worden gesnoeid op een naar buiten gerichte knop of een naar boven gerichte knop bij hangende rassen. Kies van de nieuw ontwikkelde zijscheuten maximaal 6 scheuten uit, die dienen om het hoofdtakkenstelsel te maken. Bij kruisbessen mogen dit maximaal 8 scheuten zijn, omdat het hoofdtakkenstelsel ook wat groter is dan bij de rode bes.
Kies voor scheuten die mooi zijn verspreid over de plant en niet naar beneden wijzen of kruislings groeien. Wanneer er 6-8 scheuten zijn gekozen, worden ook deze met de helft ingekort (bij kruisbessen tot op een kwart). De scheuten die niet zijn gekozen, worden teruggeknipt op 1 knop, bij kruisbessen op 4 knoppen.
KRUIS- EN RODE BESSEN: EINDE TWEEDE GROEISEIZOEN
Wanneer na het tweede groeiseizoen het hoofdtakkenstelsel is gevormd, wordt er in de daaropvolgende winter gesnoeid om een open en luchtige struik te houden. Alle scheuten die het afgelopen groeiseizoen zijn gevormd vanuit de hoofdtakken, worden bij rode bessen op 1 knop teruggeknipt. Bij kruisbessen worden ze tot 8 cm vanaf de hoofdtak teruggesnoeid. Zo ontstaan er korte loten aan de hoofdtakken die zorgen voor voldoende vruchtdracht voor het komende seizoen. Om de groei van de volwassen plant te beperken, worden alle hoofdtakken getopt; bij de rode bes wordt maximaal 5-10 cm weggeknipt, bij kruisbessen mogen maximaal 3-4 knoppen worden verwijderd.
Op den duur kan het voorkomen dat oudere hoofdtakken wat minder vruchten geven. Deze kunnen dan worden verwijderd, maar zorg wel voor een vervangende tak. Knip daarom de onproductieve tak terug tot op een zijscheut. Deze zijscheut kan dan als vervanging dienen van de onproductieve tak.
Laaggroeiende takken kunnen ook beter worden verwijderd. Wanneer de vruchten rijpen, wordt de tak zwaarder en kan op de grond terechtkomen. Hierdoor kunnen gemakkelijker ziekten en plagen via de grond toeslaan.
RODE BESSEN: ZOMERSNOEI VAN VOLWASSEN PLANTEN
Tijdens het groeiseizoen kan de rode bes erg krachtig groeien. Kort in de zomer de scheuten die veel licht voor de onderliggende bessen wegnemen, met maximaal 5 bladeren in. Hierdoor ontstaat er wat meer licht in de plant, zodat de vruchten beter rijpen. Bij kruisbessen is dit meestal niet nodig.
ZWARTE BESSEN: NA HET PLANTEN
Zwarte bessen worden in tegenstelling tot kruisbessen en rode bessen sterk teruggeknipt na het planten. De scheuten van de pas geplante struik worden namelijk in maart tot 1 knop vanaf de grond afgeknipt. Dit is nodig om in het eerste groeiseizoen sterke jonge groei te stimuleren.
ZWARTE BESSEN: SNOEI IN HET TWEEDE JAAR
Het snoeien in het tweede jaar beperkt zich tot het in de winter verwijderen van takken die naar beneden groeien. Ook minder goed groeiende scheuten kunnen beter worden verwijderd. De takken die overblijven, worden niet ingekort.
ZWARTE BESSEN: SNOEI VAN VOLWASSEN PLANTEN
Bij de zwarte bes moet worden voorkomen dat er takken overblijven die 3 jaar of ouder zijn. Oudere takken zijn goed te herkennen, omdat ze ruw en donker van kleur zijn. Nieuwe scheuten hebben een gladde bast en zijn lichter gekleurd. Tweejarige takken zijn vaak grijzig van kleur. Na de oogst, tot aan het eind van de winter, worden de takken van 3 jaar en ouder tot de grond toe afgeknipt. Dit kan het beste gebeuren met een takkenschaar of snoeizaag.
Tweejarige takken die niet veel vruchten hebben gedragen, kunnen ook beter worden verwijderd, om plaats te maken voor takken die wel voldoende vruchten dragen. Kruisende takken worden weggeknipt, evenals takken die laag en horizontaal groeien. Hierdoor wordt de breedte beperkt, maar wordt ook voorkomen dat takken op de grond komen te liggen wanneer de vruchten gaan rijpen. De overige eenen tweejarige takken blijven zitten en worden niet ingekort.