Ligustrum ovalifolium: Als vrijstaande struik kan deze liguster een hoogte bereiken van 4a 5 meter. In zachte winters blijft deze uit Japan afkomstige struik groen, bij flinke vorst wordt het blad echter snel lelijk en valt het voortijdig af.
Men spreekt dan van halfwintergroen. De onbehaarde twijgen groeien opgaand. De bladeren voelen stevig aan en zijn 3 tot 7 cm lang. Ze zijn ovaal van vorm en donkergroen van kleur. Ze missen elke vorm van beharing en glanzen. In juni-juli verschijnen de op die van seringen gelijkende bloemen, die net niet helemaal wit zijn.
Ze zijn verzameld in piramidale pluimen van 5 tot 10 cm lengte. Ze hebben een zeer aparte geur die niet iedereen weet te waarderen. Er komen veel vlinders op af. Later worden zwarte besvruchten gevormd waarin 1 tot 4 zaden aanwezig zijn.een cultuurvorm van de inheemse liguster. Het verschil met de soort is dat de bladeren zeer lang aanblijven, hoewel ze 's winters bruin verkleuren.
In de meeste gevallen wordt liguster gebruikt voor het maken van hagen. Daarnaast is het een mooie bloemheester die voornamelijk waardevol is in gemengde beplantingen. 'Argenteum' is een cultivar waarvan de bladeren grijzig groen zijn met witte randen (zogeheten zilverbonte liguster). 'Aureum' heeft gele, geel gevlekte of geel gerande bladeren (zogeheten goudbonte liguster). In beide cultivars verschijnen zeer regelmatig groene twijgen ('teruglopen'). 'Winter Pleasure' is een cultivar waarvan de bladeren wat groter zijn dan die van de soort. De vruchten verschijnen veel massaler en bovendien in grote trossen.