Aronia melanocarpa: Een veelal tot 1 meter hoge, gedrongen groeiende struik die zeer veel worteluitlopers vormt. De twijgen van deze appelbes zijn dun en onbehaard.
De bladeren zijn glanzend donkergroen en 2 tot 6 cm lang. De vorm is ovaal tot omgekeerd eirond en plotseling toegespitst. De bladvoet is wigvormig, de bladrand is gezaagd. De witte bloemen, die in mei verschijnen, verkleuren iets naar roze. Ze bevinden zich in ten hoogste 4 cm brede, vlakke tuilen. De tussen 1 à 1,5 cm grote vruchten zijn eerst roodachtig, daarna glanzend zwart. Ze kunnen erg lang aan de struik blijven zitten.Van nature komt deze appelbes voor in het oosten van Noord-Amerika. In andere delen van de wereld komt deze struik verwilderd voor. Zo ook in Nederland, o.a. rond de Nieuwkoopse plassen. Er bestaan ook twee variëteiten, namelijk elata en grandifolia. Eerstgenoemde groeit tot 2,5 meter hoogte en heeft breed-eirond blad. De glimmend zwarte vruchten zijn in groten getale aanwezig en worden iets groter van stuk. De variëteit grandifolia bezit, zoals de naam aangeeft, grote bladeren en ook weer zwarte vruchten.
