Voor spek en bonen meedoen wil zeggen: voor de schijn mogen meedoen; dit wordt vooral van kinderen gezegd die men voorhoudt dat ze in een bepaalde situatie voor vol worden aangezien. In origine betekent deze zegswijze: met zijn werk wel spek en bonen (dat wil zeggen een stevig maal) verdienen, maar het loon moeten derven, en dus: als werkkracht nauwelijks meetellen.
Volgens een andere en minder waarschijnlijke verklaring zou het bij ‘spek’ en ‘bonen’ gaan om lekkernijen, dat wil zeggen rozijnen en amandelbonen, die als toespijs worden gegeten en dus geen voedzaam bestanddeel van de maaltijd vormen.