Signalement van sprekende zegswijzen

A. Houwelink ten Cate (1977)

Gepubliceerd op 14-10-2020

opgelegd pandoer

betekenis & definitie

De zegswijze opgelegd pandoer, die afkomstig is uit het kaartspel pandoeren, kan zowel een negatieve als een positieve betekenis hebben. In het eerste geval luidt deze: daar is oneerlijkheid in het spel, dat is een doorgestoken kaart; in het tweede geval: dat is een uitgemaakte zaak, daar kan niets mee misgaan.

Zoals gezegd is de zegswijze voortgekomen uit het pandoeren, een volksspel dat gelijkenis met klaverjassen vertoont. De pandoer (oorspronkelijk duidt dit Hongaarse woord een ‘gewapende dienaar’ of ‘gendarme’ aan) is daarin de troefkaart waarmee een speler zichzelf en zijn partner winst bezorgt. Het woord opleggen heeft in het kaartspel de betekenis van: open op tafel leggen.Een aardige context voor de uitdrukking vinden we in het verslag van Jan Wolkers (geb. 1925) van zijn verblijf op het onbewoonde Rottumerplaat, waarin hij over de zeehondenkeet schrijft met de volgende woorden:

‘Ik heb even mijn hoofd naar binnen gestoken. (. . .) Het ruikt er net zo naar citroen als mijn glas kwast. Er kan weer zo in geschaft en gekaart worden. Opgelegd pandoer. Ik heb de parasol dichtgeklapt en opgeborgen en de vier balen stro op hun plaats geschoven.’ (Groeten van Rottumerplaat, Amsterdam 1973, blz. 100).