De eentonigheid van het lied van de koekoek was aanleiding tot de uitdrukking: ’t is altijd koekoek één zang, ofwel: het is steeds hetzelfde liedje. Een fraaie context voor deze veelgebruikte zegswijze lezen we in Pieter Daens, Louis Paul Boons meesterwerk over het ontstaan van het socialisme in zijn geboorteplaats Aalst.
De schrijver verhaalt in de alinea’s die aan onderstaand citaat voorafgaan, hoe er in 1902 een ‘zeer hevige pennetwist’ tussen de liberaal Philemon van Stijvendael en de socialist Alfred Nichels ontstond in het blad ‘Recht en Vrijheid’. De liberaal richtte zich daarin tot de socialist die hem weer van repliek diende. Maar:'De artikelenreeks van Philemon van Stijvendael wou ondertussen maar niet ophouden. Ze werden elke week langer, en de plaats die Nichels overbleef om te antwoorden, kleiner en kleiner. Bij de voorlaatste brok, weeral een pleidooi voor verstandhouding, antwoordde Nichels alleen nog: “Koekoek één zang . . . de liberalen hebben samen met de katholieken de forten van Antwerpen gesteund”.’ (Pieter Daens, Amsterdam 1973, blz. 450, 451).
