Signalement van sprekende zegswijzen

A. Houwelink ten Cate (1977)

Gepubliceerd op 14-10-2020

haar op zijn tanden hebben

betekenis & definitie

‘Hy heeft hair op zyn tanden. Dit ziet op de barsse knevels, hoedaanige de Zwitzers tot een teken van hunne manhaftigheid plagten te dragen, als waren het slagzwaarden, die zy om hunnen ooren konden winden.

Dit plagt ook de mode van onze aaloude Duitsche voorvaderen te zyn; doch met dit onderscheid, dat hunnen knevels naar beneden hingen. Ik denk niet dat zy zich veel van pomade bedient hebben, naar de wyze der Spanjaards (. . .).’ (De Nederduitsche Spreekwoorden, Middelburg 1726, deel I, blz. 286)Bovenstaande verklaring van de zegswijze haar op zijn tanden hebben is afkomstig van Carolus Tuinman (16591728), een Middelburgs predikant, die niet alleen rijmbundels en polemische geschriften, maar ook Tot grondig verstand der Vaderlandsche Moedertaal, een tweedelig werk over spreekwoorden, het licht deed zien.

Het beeld dat aan deze zegswijze ten grondslag ligt, is ontstaan uit overdrijving: als de snorren (en de eigenaars daarvan!) maar ‘bars’ en ‘manhaftig’ genoeg zijn, worden zelfs de tanden met haar bedekt. De uitdrukking wordt overigens meestal in ongunstige zin gebezigd om een vrouw te karakteriseren die krachtiger van zich afspreekt dan men graag van haar hoort. Ter verklaring van deze uitdrukking is ook wel eens gedacht aan de weerwolf, waarmee het volksgeloof een mens aanduidt die gedoemd is als wolf te leven.