Signalement van sprekende zegswijzen

A. Houwelink ten Cate (1977)

Gepubliceerd op 14-10-2020

grijze eminentie

betekenis & definitie

‘Twee grijze eminenties uit het politieke verleden ontmoeten elkaar: ex-AR-parlementariër Algra en oudminister-president Drees. De ontmoeting vond plaats tijdens de sluiting van de zitting van de StatenG ener aal in de Haagse Ridderzaal.’ Aldus luidde een fotobijschrift in Het Parool van 8 juni 1977.

De term grijze eminentie (Frans: éminence grise) wordt nogal eens gebruikt om de grandeur van staatslieden of geleerden, die een eerbiedwaardige leeftijd hebben bereikt, uit te drukken. De werkelijke éminence grise was François le Clerc du Tremblay, genaamd le Père Joseph, een kapucijnermonnik die leefde rond de wisseling van de zestiende en zeventiende eeuw en een van de vertrouwelingen was van Kardinaal de Richelieu, in een tijd dat in Frankrijk religie en staatsbelang nauw samenhingen. Le Père Joseph bekleedde nooit een officiële positie maar bleef, ondanks het feit dat hij gedurende de eerste decennia van de Dertigjarige Oorlog (1618-1648) belangrijke diplomatieke missies vervulde, veelal op de achtergrond. In het Frans heeft de uitdrukking éminence grise (grise duidt hier op het grijze monnikenhabijt) haar oorspronkelijke betekenis behouden: het is geen eretitel, maar zij kenschetst de positie van de raadgever die zelf in de schaduw blijft, maar intussen een officiële functionaris of een partij min of meer manipuleert.

< >