Een Cerberus noemen we een gevaarlijke hond of overdrachtelijk een nors en onverbiddelijk man die de deur wijst aan bezoekers die het gebouw willen binnengaan waarvan hij de toegang bewaakt. In de Griekse mythologie was Cerberus de driekoppige hellehond die stervelingen de onderwereld deed binnengaan en hen van daaruit de terugkeer belette.
Deze wachter van het rijk der schimmen figureert meermalen in de teksten van de schrijvers der antieke oudheid; de oudste beschrijving is van de Griekse dichter Hesiodus (ca. 700 v.C.):‘Cerberus, die rauw vlees vrat, de hellehond met de ijzeren stem, de vijftigkoppige, de vermetele en sterke.’ (Geflügelte Worte, Stuttgart 1935, blz. 61).
