Signalement van sprekende zegswijzen

A. Houwelink ten Cate (1977)

Gepubliceerd op 14-10-2020

bakzeilhalen

betekenis & definitie

Als zeevarende natie hebben we nogal wat scheepstermen beeldend op andere situaties toegepast. Een aardig voorbeeld daarvan is bakzeilhalen, dat als betekenis heeft: terugkrabbelen, zijn standpunt opgeven.

Oorspronkelijk werd dit woord gebruikt om het afremmen van een zeilschip aan te duiden. De term bakzeilhalen wortelt in de tijd van de Verenigde Oostindische Compagnie (opgericht in 1602) toen er nog gevaren werd met vierkant getuigde schepen, waarbij vierhoekige lappen zeil dwars op de lengterichting van het schip stonden. Kwam de wind nu van de verkeerde kant in de zeilen, dan stonden de zeilen ‘bak’ en het schip werd dan niet voorwaarts gedreven maar juist in zijn vaart afgeremd. Het bakzeilhalen had overigens in de scheepsterminologie zeker geen negatieve betekenis; integendeel, goed bakzeilhalen was een staaltje van stuurmanskunst. In dit verband is het aardig te memoreren dat de zeeheld Michiel Adriaanszoon de Ruyter (1607-1676), die niet alleen een groot generaal maar ook een uitmuntend schipper was, in de ondiepe wateren voor de kust van de Zeeuwse en Zuidhollandse eilanden onder meer door deskundig bakzeil te halen zijn grote overwinningen op de Engelsen behaalde. De Britten voelden zich onwennig in het ondiepe water waar eb en vloed de zandbanken regeerden; als de Hollandse schepen tijdig bakzeilhaalden en daarbij kundig manoeuvreerden kon het gebeuren dat de Engelsen hun doel voorbij voeren en op de zandige bodem voor de kust vastraakten.