Signalement van sprekende zegswijzen

A. Houwelink ten Cate (1977)

Gepubliceerd op 14-10-2020

bakker an zijn

betekenis & definitie

Deze uitdrukking uit de volkstaal wil zeggen: de dupe zijn, in een moeilijke situatie komen te verkeren. De oorsprong van deze zegswijze is onduidelijk: de één tracht het probleem op te lossen door te verwijzen naar het boek Genesis van het Oude Testament, waarin Jozef de dromen van de overste van de bakkers en de overste van de schenkers van de Farao uitlegt.

Hier (Genesis 40 : 21, 22) staat te lezen:‘Want hij herstelde de overste der schenkers in zijn schenkersambt, zodat hij de beker weer in Farao’s hand gaf. Maar de overste der bakkers hing hij op, zoals Jozef hun had uitgelegd.’ Aan deze bijbelplaats is het gezegde ‘het is beter schenker dan bakker te wezen’ ontleend, waaruit dan misschien de uitdrukking bakker an zijn zou zijn ontstaan. Ter verklaring van genoemde uitdrukking wordt overigens ook wel verwezen naar het werkwoord bakken in de betekenis van kleven, plakken of (weinig duidelijk) naar het Friese woord bakken dat stuiter betekent.

In elk geval heeft bakker an zijn, indien van een vrouw gezegd, ook de betekenis ‘zwanger zijn’, en als zodanig treffen we de uitdrukking aan in een couplet uit een lied van de liedjeszanger en dichter J. H. Speenhoff (1869-1945), getiteld: Brief van een weduwe aan de Burgemeester over de leerplichtwet:

‘M’n man is al ’n jaar of drie gestorven, Die voer als tweede stuurman op Jepan, Die dacht bepaald dat ie te kort zou komme, Na elke reis was ik weer bakker an.

Hij had zo’n haast om kinderen te krijgen, Zoo zat ie thuis, zoo zat ie op z’n schuit, Nou is ie voor ’n jaar of drie gebleven, Met al z’n haast is ie de pijp maar uit.’ (Liedjes, Wijzen en Prentjes, Rotterdam 1911, blz. 74).

< >