Verdeeling, indeeling. Omnis divisio fit per opposita, s. THOMAS, SUM.
THEOL, I, Q. 5,A 6, ARG. 2, Iedere verdeeling geschiedt door tegenstelling, THEOL. SUM. I, 126. — Divisio actualis, Daadwerkelijke indeeling. Divisio analogica, Deelsgelijkende indeeling. Divisio continui, Indeeling van iets samenhoudends. Divisio essentiae, Indeeling naar de wezenheid. Divisio essentialis, Wezenlijke indeeling, indeeling naar de wezenheid. Divisio formalis, Vormelijke indeeling. Divisio infinita, Eindelooze indeeling. Divisio intellectus, Verstandelijke indeeling. Divisio materialis, Stoffelijke indeeling. Divisio nominis, Indeeling naar den naam. Divisio per accidens, Indeeling op grond van iets bijkomstigs. Divisio per analogiam, Deelsgelijkende indeeling. Divisio per se, Indeeling op grond van eigen wezen. Divisio quantitatis, Indeeling naar de hoegrootheid. Divisio quantitativa, Indeeling naar de hoegrootheid. Divisio recta, Juiste indeeling. Divisio rei, Indeeling naar de zaak. Divisio secundum quid, Betrekkelijke indeeling. Divisio simpliciter, Volstrekte indeeling. Divisio univoca, Eénzinnige indeeling.
