Latijns-Nederlandsch Lexicon

Stephanus Axters (1937)

Gepubliceerd op 26-11-2020

DEFECTUS

betekenis & definitie

Gebrek, ontoereikendheid, tekort, tekortkoming, ontstentenis. Per defectum, Door tekortkoming.In defectu ratio mali consist(i)t, S. THOMAS, COMMENT.

IN I SENTENT. D. 36, Q. I, A. 2, AD [b][i]; [/b]Het kwaad komt op een tekort neer. [/i]Defectus actionis, Ontoereikendheid eener handeling. Malum quod in defectu actionis consistit, semper causatur ex defectu agentis, S. THOMAS, SUM. THEOL. I, Q. 49, A. 2, C., Het kwaad, dat in een ingebrekeblijving van een handeling bestaat, wordt immer door een tekortkoming van hem die handelt teweeg gebracht.Defectus agentis, Ontoereikendheid van den bewerker. Defectus causae, Ontoereikendheid van de oorzaak. Defectus culpae, Schuldig tekort. Defectus effectus, Ontoereikendheid van het uitwerksel. Defectus naturae, Natuurlijk gebrek. Defectus poenalis, Ontoereikendheid wezens een straf. Defectus virtutis, Ontoereikendheid eener kracht. Defectus voluntarius, Gewilde ontoereikendheid.