Latijns-Nederlandsch Lexicon

Stephanus Axters (1937)

Gepubliceerd op 26-11-2020

RATIO

betekenis & definitie

1. Rede (vermogen), QUAADVLIET I, 38. Ratio contra naturam dividitur, s.

THOMAS, SUM.THEOL. I-II, Q. 30, A. 3, ARG. 3, Rede staat tegenover natuur. — Ratio ... est potentia animae non alligata organo corporali, s. THOMAS, SUM. THEOL. I-II, Q. 9, A. 5, C.., De rede is een vermogen der ziel dat niet aan eenig lichamelijk orgaan gehecht is. — Rationes ... proprium est ut ex aliquo ad aliquid inducat, s. THOMAS, SUM.

THEOL. 1-11, Q. 92, A. 2, C., De rede is het eigen van iets tot iets anders te brengen. — Ratio primo ... et principaliter est universalium: potest tamen universales rationes ad particularia applicare, s. THOMAS, SUM. THEOL. II-II, Q. 47, A. 3, AD I, De rede is het eerst en vooral om het algemeene te doen; het algemeene kan echter wel op het bizondere toepassen. — Deducere universalia principia in conclusiones singulares, non est opus sirnplicis intellectus, sed rationis, s. THOMAS, SUM. THEOL.

I, Q. 81, A. 3, C., Algemeene beginselen tot bizondere besluiten te brengen is niet het werk van het enkelvoudig verstand, maar wel van de rede. — Discursus rationis semper incipit ab intellectu et terminatur ad intellectum, s. THOMAS, SUM. THEOL. II-II, Q. 8, A. I, AD 2, De redeneering der rede gaat steeds uit van het inzicht en eindigt er ook mee. — Sunt ... rationis tres actus quorum primi duo sunt rationis, secundum quod est intellectus quidam. Una enim actio intellectus est intellegentia indivisibilium sive incomplexorum, secundum quam concipit quid est res ...

Secunda vero operatio intellectus est compositio vel divisio intellectus, in qua est iam verum vel falsum... Tertius vero actus rationis est secundum id quod est proprium rationis, scilicet discurrere ab uno in aliud, ut per id quod est notum deveniat in cognitionem ignoti,
S. THOMAS, COMMENT. IN I ANAL. POST. LEGT.

I, N° 4, Daar zijn drie verrichtingen die op de rede teruggaan, de twee eerste echter zijn op de rede aangewezen in zoover ze als verstand optreedt. Eén handeling van het verstand is immers het inzicht in de ondeelbare en enkelvoudige begrippen, waardoor het verstand opvat wat een ding is. Een tweede verrichting van het verstand zijn samenstelling en scheiding en hier kan reeds van waarheid en onwaarheid sprake zijn- De derde verrichting der rede komt hierop neer, van het eene naar het andere over te gaan om aldus uit het bekende tot kennis van het onbekende te geraken. — Ad rationem ... pertinet ex communibus ad propria procedere, s. THOMAS, SUM. THEOL. i-iï, Q. 94, A. 4, C., De rede komt het toe uit het algemeenere naar het bizondere over te gaan. — Considerare ... aliquid, comparando ad id quod ex ipso sequitur, est proprium rationis, s. THOMAS, SUM.

THEOL. II-II, Q. 5 7, A. 3, C., Iets te beschouwen en het te vergelijken met wat er uit volgt, dat is eigen aan de rede. — Habet ... ratio duplicem actum: unum ... secundum se ... cognoscere aliquod verum; aliu(m) ... inquantum est directiva aliarum virium, S. THOMAS, SUM. THEOL. I-II, Q. 74, A. 5, C., De rede heeft een dubbele taak, vooreerst een taak die haar, op zich zelf beschouwd, toekomt, de waarheid te kennen namelijk ; verder ook andere vermogens te leiden. — Rationis (est) ordenare, s. THOMAS, SUM. THEOL.

I-II, Q. 18, A. 9, C., De rede komt het toe te richten. — Ratio ... non solum dirigere polest inferiorum partium actus, sed etiam actus sui directiva est, S. THOMAS, COMM. IN I ANAL. POST. LECT. I, N° I, De rede bestuurt niet alleen de handelingen der lagere vermogens, maar ook haar eigen handelingen. — (Ratio) est proprium principium humanorum actuum, s.

THOMAS, SUM. THEOL. I-II, Q. I, A. I, AD 3, De rede is het eigenlijk beginsel der menschelijke handelingen. — In ipsa ratione est aliquid quod est principium respectu omnium aliorum, s. THOMAS, SUM.

THEOL. I-II, Q. 90, A. 2, C., In de rede is er iets dat tegenover al het andere als beginsel optreedt. — In homine eadem potentia est ratio et intellectus, s. THOMAS, SUM. THEOL. I, Q. 79, A. 8, C., Rede en verstand maken in den mensch één zelfde vermogen uit. — Ratio et intellectus in nobis non sunt diversae potentiae ... differunt autem secundum perfectum et imperfectum, s. THOMAS, SUM.

THEOL. H-H, Q. 83, A. 10, AD 2, Rede en verstand zijn niet twee verschillende vermogens in ons; ze verschillen alleen naar hun meerdere en mindere volmaaktheid. — Certitudo rationis est ex intellectu, sed necessitas rationis est ex defectu intellectus, s. THOMAS, SUM.. THEOL. II-II, Q. 49, A. 5, AD 2, De zekerheid der rede gaat op het verstand terug, maar de onontbeerlijkheid der rede valt aan ontoereikendheid van het verstand te wijten. — Ratio nostra perficitur per prudentiam, s. THOMAS, SUM.

THEOL. I-II, Q. 68, A. 5, C., Onze rede wordt door de voorzichtigheid vervolmaakt. — Ratio ... principium est pariter in rebus tam arte quam natura constituendis, ARISTOTELES, I DE PART, ANIMAL, C. I; 639, B, 14, De rede is evenzeer beginsel voor wat dank zij de kunst, als voor wat door de natuur tot stand komt. — Et sensus ratio quaedam est, et omnis virtus cognoscitiva, s. THOMAS, SUM. THEOL. I, Q. 5, A. 4, AD I, Ook de zintuigen, ja elk kenvermogen werpt zich eenigszins als rede op. — Ratio deliberativa, Beradende rede. Ratio factiva, Vervaardigende rede. Ratio humana, Menschelijke rede. Ratio inferior, Lagere rede. Inferior ratio per rationes temporales (deliberat), s.

THOMAS, SUM. THEOL. I-II, Q. 74, A. 7, AD 3, De lagere rede overlegt naar tijdelijke beschouwingen. — Ratio superior et inferior ... distinguuntur, secundum Augustinum, per officia actuum, et secundum diversos habitus, s. THOMAS, SUM. THEOL. I, Q. 79, A. 9, c., Hoogere en lagere rede worden naar Augustinus op grond van haar daden en haar verschillende hebbelijkheden onderscheiden. — Ratio superior et inferior, secundum quod ab Augustino accipiuntur, nullo modo duae polentiae animae esse possuni, S.

THOMAS, SUM. THEOL. I, Q. 79, A. 9, C., Hoogere en lagere rede zijn, zooals Augustinus ze verstaat, niet twee verschillende vermogens der spel. Ratio inquisitiva, Vorschende rede. Ratio intellectiva, Verstandelijke rede. Ratio operativa, Handelende rede. Ratio ordinans, Rangschikkende rede. Ratio particularis, Bizondere rede. In homine non solum est ratio universalis, quae pertinet ad partem intellectivam; sed etiam ratio particidaris quae pertinet ad partem sensitivam, S. THOMAS, SUM.

THEOL. I-II, Q. 30, A. 3, AD 3, Bij den mensch is er niet alleen een algemeene rede die bij het verstandelijke deel van den mensch, maar ook een bizondere rede die bij het zijntuigelijke in ons behoort. — Ratio particularis nata est moveri et dirigi secundum rationem universalem, S. THOMAS, SUM. THEOL. I, Q. 8l, A. 3, C., De bizondere rede is er van aard uit op aangelegd door de algemeene rede aangedreven en geleid te worden.Ratio practica, Praktische rede. Ratio practica est circa operabilia, quae sunt singularia et contingentia; non autem circa necessaria, sicut ratio speculativa, s. THOMAS, SUM.

THEOL. I-II, Q. 91, A. 3, AD 3, De praktische rede is het om het doenbare, dit is om het bizondere en wisselvallige te doen, niet zooals de bespiegelende rede om het noodzakeiijke. — Est invenire aliquid in ratione practica, quod ita se habeat ad operationes, sicut se habet propositio in ratione speculaliva ad conclusiones, S. THOMAS, SUM. THEOL. I-II, Q. 90, A. I, AD 2, In de praktische rede moet er iets zijn dat tot de handelingen in dezelfde verhouding staat als voor de bespiegelende rede het beginsel tot het besluit. — Ratio practica utitur quodam syllogismo in operabilibus, s.

THOMAS, SUM. THEOL. I-II, Q. 90, A. I, AD 2, De praktische rede gaat, wat het doenbare betreft, met een zekere sluitrede te werk. — Ratio ... practica quae dam est universalis et quaedam particularis, S. THOMAS, COMMENT. IN III DE ANIMA LEGT. 16, Daar is een algemeene en daar is een bizondere praktische rede. Ratio praecipiens, Gebiedende rede. Ratio proprie dicta, Eigenlijke rede.

Ratio ratiocinans, Redeneerende rede. Ratio ratiocinata, Geredende rede. Ratio speculativa, Beschouwende rede, bespiegelende rede. Ratio speculativa ratiocinatur de speculativis ..., ratio practica ... de operabilibus, s. THOMAS, SUM. THEOL. I, Q. 79, A. 12, C., De bespiegelende rede redeneert over het beschouwbare, de praktische rede over het doenbare. — Obiectum (rationis speculativae) ... est verum necessarium, S. THOMAS, SUM. THEOL.

II-II, Q. 47, A. 2, AD 2, Het noodzakelijk ware is voorwerp van de bespiegelende rede. — Operationes intellectivae partis (sunt) indivisibilium intellegentia ..., compositio et divisio ..., ratiocinari, s.THOMAS, SUM. THEOL. II-II, Q. 83, A. I, AD 3, Verstandelijke verrichtingen zijn het inzicht in het ondeelbare, samenstelling en scheiding en de redeneering. — In ratione speculativa sunt quaedam ut naturaliter nota, quorum est intellectus; et quaedam quae per lila innotescunt, scilicet conclusiones, quarum est scientia, S. THOMAS, SUM. THEOL.

II-II, Q. 47, A. 6, c., Voor de bespiegelende rede zijn sommige dingen van nature duidelijk, deze nu zijn op het verstand aangewezen; andere moeten met behulp van die eerste duidelijk worden, de besluiten namelijk waar het wetenschap om te doen is. — Ratio ... speculativa el practica in hoc differunt quod ratio speculativa est apprehensiva solum rerum ratio vero practica est non solum apprehensiva, sed etiam causativa, S. THOMAS, SUM. THEOL. II-II, Q. 83, A. i, c., Het verschil tusschen bespiegelende en praktische rede is hierin gelegen, dat de bespiegelende rede alleen de dingen kent, terwijl de praktische rede deze niet alleen kent, maar ook teweegbrengt. — Ad apprehensionem ... veritatis perficitur speculativa ratio per intellectum; practica vero per consilium. Ad recte ... iudicandum speculativa ... per sapientiam, practica vero per scientiam perficitur, s. THOMAS, SUM.

THKOL. I-II, Q. 68, A. 4, C., Tot juiste opvatting van de waarheid wordt de bespiegelende rede met de gave van verstand, de praktische rede met raad toegerust; om juist te oordeelen wordt de bespiegelende rede met wijsheid, de praktische met wetenschap toegerust. — Quia ... ratio speculaliva quaedam facit, puta syllogismum, propositionem et alia huiusmodi, in quibus proceditur secundum certas et determinatas vias, inde est quod respectu horum potest salvari ratio artis, s. THOMAS, SUM. THEOL. 11-11, Q. 47, A. 2, AD 3, Daar de bespiegelende rede sommige dingen vervaardigt, bij voorbeeld de sluitrede, den volzin en andere dergelijke, waarbij ze naar vaste en bepaalde wetten te werk gaat, zoo kan men ten overstaan van die van kunst spreken. Ratio superior, Hoogere rede. (Ratio superior) ... intendit rationibus aeternis, S. THOMAS, SUM. THEOL.

I-II, Q. 74, A. 7, c., De hoogere rede is het om de eeuwige gronden te doen. Superior ratio est quae habet de omnibus iudicare, S. THOMAS, SUM. THEOL. I-TT, Q. IJ, A. 4, C., De hoogere rede is degene die over alles dient te oordeelen. — Ratio ... superior, quae contemplationi deputatur, comparatur ad inferiorem, quae deputatur actioni, sicut vir ad mulierem, quae est per virum regenda, s. THOMAS, SUM.

THEOL. Ii-II, Q. 182, A. 4, C., De hoogere rede die op de beschouwing aangewezen is, staat tot de lagere rede, die op handeling berekend is, in dezelfde verhouding als de man tot de vrouw die door den man bestuurd wordt. — Superiori rationi attribuitur sapientia, inferiori vero scientia, s. THOMAS, SUM. THEOL. i, Q. 79, A. 9, C., Aan de hoogere rede wordt wijsheid, aan de lagere rede wetenschap toegeschreven. — Ratio universalis, Algemeene rede. In nobis ratio uversalis movet mediante ratione particulari, S. THOMAS, SUM. THEOL.

I, Q. 20, A. I, AD X, Bij ons beweegt de algemeene rede met behulp van de bizondere rede.

2. Redeneering. Quandoque ... ratio dicitur id quod est in ratiocinante, scilicet ipse actus rationis, s. THOMAS, COMM. IN I SENTENT. D. 33, Q. I, A.

I, AD 3, Soms wordt met rede datgene bedoeld, dat in hem gebeurt die redeneert, de daad der rede natnelijk. — Ratio ... discursum quendam designat, quo ex uno in aliud cognoscendum anima humana pertingit vel pervenit, s. THOMAS, QU. DISP. DE VERITATE Q. 15, A. I, C., Rede geeft redeneering te kennen waardoor de menschelijke ziel uit kennis van iets tot kennis van iets anders komt. — Cum ... usum rationis habere inceperit ..., primum quod tunc homini cogitandum occurrit, est deliberare de seipso, S. THOMAS, SUM.

THEOL. I-II, Q. 89, A. 6, c., Wanneer de mensch voor het eerst zijn rede kan gebruiken, dan is hij zelf het eerste waarover hij zal hebben na te denken. — Regula ...et mensura humanorum actuum est ratio, s. THOMAS, SUM.THEOL. I-II, Q. 90, A. I, C., De rede is regel en maatstaf van de menschelijke handelingen. — Quod ... ratio humana sit regula voluntatis humanae, ex quo eins bonitas mensuretur, habet ex lege aeterna, quae est ratio divina, s. THOMAS, SUM. THEOL.

I-II, Q. 19, A. 4, C., Dat de menschelijke rede den wil van den mensch tot maatstaf strekt, waardoor dezes goedheid gemeten wordt, dat heeft ze aan de eeuwige wet, aan de goddelijke rede dus, te danken. Ratio absoluta, Volstrekte redeneering. Ratio collativa, Vergelijkende redeneering.

3. Vernuft (aanvullend deel der voorzichtigheid), POTTERS v, 120. Ratio inter partes prudentiae connumerari debet, S. THOMAS, SUM. THEOL. II-II, Q. 49 A. 5, c., Vernuft dient onder de onderdeelen der voorzichtigheid gerangschikt.

4. Begrip, gedachte, grond, DE RAEYMAEKER, INLEIDING TOT DE WIJSBEGEERTE EN TOT HET THOMISME 139, 140. Secundum rationem, Naar het begrip, in de orde der begrippen. — Rationes aeternae, Eeuwige gronden, DE VALK, s.THOMAS, VROEGSTE KENLEER 52. Ratio convertibilis, Ruilbaar begrip. Ratio definitiva, Bepalende gedachte. Ratio divina, Goddelijke gedachte. Ratio humana, Menschelijke gedachte. Ratio legis, Strekking der wet, bedoeling der wet, grondslag der wet, grondgedachte der wet, NEDERLANDSCHE JURISTEN-VEREENIGING 92. Ratio quidditativa, Wezenbepalende geachte. Ratio temporalis, Tijdelijke gedachte. Ratio ultimi, Begrip van voltooiing.

5. Oerbeeld, oergedachte, plan, begrip, maatstaf. Ratio rerum fiendarum per artem vocatur ars vel exemplar rerum artificialarum, s. THOMAS, SUM. THEOL. I-II, Q. 93, A. i, c., Het begrip van wat door de kunst zal worden tot stand gebracht heet kunst of oerbeeld van het kunstwerk. — In quolibet artifue praeexsistit ratio eorum, quae constituuntur per artem, s. THOMAS, SUM. THEOL. I-II, Q. 93, A. I, C., In elk kunstenaar woont vooraf het oerbeeld van wat hij door de kunst zal vóórtbrengen. — Inquantum Deus cognoscit suam essentiam ut sic imitabilem a tali creatura, cognoscit eam ut proprium rationem, et ideam huius creaturae, S. THOMAS, SUM. THEOL. I, Q. 15, A. 2, C., God kent ... zijn wezen in zoover het kan afgebeeld worden door een bepaald schepsel, en daarom kent Hij zijn wezen, in zoover het de eigen grond en de idee is van dit schepsel, THEOL. SUM. V. D. H. THOMAS V. AQUINO I, 443. — Ratio architectonica, Heerschende rede. Ratio artificiatorum, Kunstplan. Ratio dominativa, Heerschende rede. Rationes corporales et sempiternae, Onstoffelijke en onvergankelijke oerbeelden. Ratio ordinis rerum in finem, Plan van de doelsrichting der dingen. Necesse est, quod ratio ordinis rerum in finem in mente divina praeexsistat, s. THOMAS, SUM. THEOL. I, Q. 22, A. 1, c., Het plan van de doelsrichting der dingen moet vooraf in den geest van God zjjn. — Ratio principativa, Heerschende rede. Recta ratio, Rechte rede, TERBURG 18; QUAADVLIET I, 89. Recta ratio agibilium, Juiste maatstaf bij het handelen. Recta ratio contingentium, Rechte schikking der toevallige dingen. Recta ratio factibilium, Juiste maatstaf bij het maken. Recta ratio scibilium, Juiste maatstaf van kennis. Recta ratio speculabilium, Juiste maatstaf bij de bespiegeling. Ratio seminalis, Kiemgedachte. Ipsae ... virtutes in materia positae, per quas naturales effectus consequuntur, rationes seminales dicuntur, s. THOMAS, COMM. IN II SENTENT. D. l8, Q. I, A. 2, C., De krachten die in de stof berusten en waardoor natuurlijke uitwerkselen bereikt worden, heeten kiemgedachten.
6. Rooster.
7. Wezensbegrip, wezenheid. Id ... quod intellegitur est ipsa ratio rerum exsistentium extra animam, s. THOMAS, SUM. C. GENT. II, 75, Wat verstandelijk gekend wordt is de wezenheid zelf der dingen die buiten de ziel zijn Ratio communis, Gemeenschappelijke wezenheid. Ratio generis, Geslachtswezenheid. Ratio mali, Begrip van het kwaad. Ratio propria, Eigen wezenheid, niet gemeenschappelijke wezenheid. Ratio speciei, Soortelijke wezenheid.
8. Reden, beweegreden, grond. Tota ratio movendi est finis, S. THOMAS, SUM. THEOL. I, Q. 19, A. 2, AD 2, De reden der beweging is het einddoel. — Finis ... est ratio volendi ea quae sunt ad finem, s. THOMAS, SUM. THEOL. I-II, Q. IO, A. 2, ARG. 3, Het einddoel is de reden waarom wat tot het einddoel brengt gewild wordt.Ratio congruentiae, Voegzaamheidsreden, JANSSENS, HET MYSTERIE DER VERLOSSING 87, welvoeglijkheidsreden. Ratio convenientiae, Voegzaamheid steden, welvoeglijkheidsreden. Ratio credibilitatis, Geloofwaardigheidsgrond. Ratio gravis, Gewichtige reden. Ratio proportionate gravis, Betrekkelijk gewichtige reden, SALSMANS, RECHT, PLICHT. 33. Ratio sufficiens, Voldoende reden, POTTERS I, 108, genoegzame reden, DE GROOT, DENKERS VAN ONZEN TIJD I l8; DENKERS OVER ZIEL EN LEVEN 254; voldoende grond, BEYSENS, NATUURPHILOSOPHIE 20i; DOOD KORTE, OORZAAK EN VEROORZAAKT I, 37, toereikende grond. Ratio ultima, Laatste grond.
9. Bewijsgrond, bewijs. Ratio argumentativa, Betoogende bewijsgrond. Ratio circularis, Kringloopende bewijsgrond. Ratio coadiuvans, Ondergeschikte bewijsgrond. Ratio communis. Algemeenebewijsgrond. Ratio demonstrativa, Afdoende bewijsgrond. Ratio efficax, Afdoende bewijsgrond. Ratio exterior, Uiterlijke bewijsgrond. Ratio humana, Menschelijke bewijsgrond. Ratio improbabilis, Onwaarschijnlijke bewijsgrond. Ratio intellegibilis, Verstandelijke bewijsgrond. Ratio interior, Innerlijke bewijsgrond. Ratio iuridica, Rechtsgrond, BELLEFROID 250. Ratio mathematica, Wiskundige bewijsgrond. Ratio metaphysica, Metaphysische bewijsgrond. Ratio naturalis, Natuurlijke bewijsgrond. Ratio necessaria, Afdoende bewijsgrond. Ratio ostensiva, Afdoende bewijsgrond. Ratio philosophica, Wijsgeerige bewijsgrond. Ratio physica, Physische bewijsgrond. Ratio principalis, Voornaamste bewijsgrond. Ratio probabilis, Waarschijnlijke bewijsgrond. Ratio propria, Eigen bewijsgrond. Ratio sophistica, Wanbewijsgrond. Ratio theologica, Theologische bewijsgrond. Ratio topica, Niet afdoende bewijsgrond. Ratio universalis, Algemeene bewijsgrond. — 10. Kenopzicht, kenvoorwerp. opzicht. Quod est ratio alterius, sehabet ad illud, sicut formale ad materiale, Wat het kenopzicht van iets uitmaakt, staat daartoe in dezelfde verhouding als het vormelijke tot het stoffelijke.Ratio aeternitatis, Eeuwigheidsopzicht. Ratio appetibilitatis, Begeerbaarheidsopzicht. Rationes bonitatis, Opzichten van goedheid. Ratio cognoscibilitatis, Vormelijk kenopzicht. Ratio communis, Algemeen opzicht. Ratio convenientiae, Welvoeglijkheidsopzicht. Ratio credibilitatis, Geloofwaardigheidsopzicht. Ratio delectabilis, Genotsopzicht. Ratio determinata, Bepaald opzicht. Ratio formalis, Vormelijk opzicht, vormelijk kenvoorwerp, vormelijk kenopzicht. Remota ratione formali cuiuscumque rei, tollitur species, Zoodra het vormelijk kenopzicht van iets wegvalt, valt zijn soortelijke aard weg.Ratio formalis quae, Geëigend kenvoorwerp. Ratio formalis quae generica, Algemeen geëigend kenvoorwerp. Ratio formalis quae specifica, Soortelijk geëigend kenvoorwerp. Ratio formalis «sub qua », Geëigend kenopzicht. Ratio formalis « sub qua » generica, Algemeen geëigend kenopzicht. Ratio formalis «sub qua» specifica, Soortelijk geëigend kenopzicht. Ratio indeterminata, Onbepaald opzicht. Ratio materialis, Stoffelijk opzicht. Ratio moralitatis, Zedelijkheidsopzicht. Ratio propria, Eigen opzicht. Ratio temporis, Tijdsopzicht. Ratio veri, Waarheidsopzicht, TERBURG 38.
11. Verhouding.
12. Wijze. Secundum rationem excellentiae, Bij wijze van verhevenheid. — Secundum eandem rationem, Op dezelfde wz^e. — Secundum rationem remotionis, Bij wijze van verwijdering.

13. Zin.

14. Rede, redevoering.
15. Aangelegenheid.
16. Rationes, Belangen.
17. Rekenschap.