duw
duw - Zelfstandignaamwoord 1. een zet, een stoot ♢ Hij gaf de auto een harde duw, zodat die weer op de weg kwam. duw - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van duwen ♢ Ik duw 2. gebiedende wijs van duwen ...
Wiktionary (2019)
duw - Zelfstandignaamwoord 1. een zet, een stoot ♢ Hij gaf de auto een harde duw, zodat die weer op de weg kwam. duw - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van duwen ♢ Ik duw 2. gebiedende wijs van duwen ...
Muiswerk Educatief (2017)
duw - zelfstandig naamwoord 1. door kracht uitoefenen proberen te verplaatsen ♢ hij gaf me een duw, waardoor ik omviel 1. een duwtje in de goede richting geven [helpen een beslissing te nemen] Zel...
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-en), de handeling van duwen, voorwaartse stoot; — oneig.: een duw krijgen, beschadigd worden; teruggeslagen, achteruitgezet worden.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
m. (-en), de handeling van duwen, voorwaartse stoot; (oneig.) een duw krijgen, beschadigd worden; teruggeslagen, achteruitgezet worden.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: