Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

toverheks, toverkol

betekenis & definitie

lelijke oude vrouw. Kijk ook bij heks.

Ik wou eens zien waar die tooverkol bleef, en toen hief Flanor een Studentenlied aan, minder om de Leidenaars te verschrikken dan wel om de gedachten af te leiden van het voorafgegaan tooneel. (Johannes Kneppelhout, Studentenleven, 1841-1844)

‘Ik zeg je toch dat ik niks in huis heb!’ zei de moei snibbig. ”t Is wélles, ouwe toverkol!’ riep Gerretje boos. (Johan Fabricius, De scheepsjongens van Bontekoe, 1923)