Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

snotdolf

betekenis & definitie

kwajongen, bengel, snotneus. Van Dale geeft de varianten snotolf en snotdolver.

Huizinga geeft enkel snotolf. Een snotdolf is ook een vraatzuchtige roofvis die vooral in de Oosterschelde voorkomt.Hoera voor die burgers! Moest zo’n snotdolf z’n kakkie maar ophouden! (A.M. de Jong, Frank van Wezels roemruchte jaren, 1928)

Wat verbeel je je wel, snotdolf? (Willem van Iependaal, Polletje Piekhaar, 1935)