snoever, pocher, opsnijder. Variant van het gewestelijke(vermeld door Van Dale)?
’n Tof pietschoppertje, een kedin klein schorempie. (M.J. Brusse, Boefje, 1903)
Je maakt wat ’n matschudding voor die pietschopper. (Jules de Vries, Uit den Amsterdamschen Jodenhoek. Ghetto-Schetsen, ongedateerd)