Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

Pachakroet, pasjakroet

betekenis & definitie

(in Vlaanderen, vnl. Brussel en Gent) nietsnut; snoever of windbuil.

Soms ook: onbetrouwbaar sujet. Van het Arabisch basha kharut (pocher).

In het Nero-stripverhaal ‘De hoed van Gerard de Duivel’ (1950) wordt de duivel door madam Pheip uitgescholden voor bokkenbaard en pachakroet.