Wat is de betekenis van madam?

2024-04-20
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

madam

(1656) (prost.) bordeelhoudster. Deze beleeftijdstitel heeft te maken met de managerpositie: zij beheert het bordeel. In deze betekenis nooit als aanspreektitel gebruikt. Het woord komt ook uitsluitend voor in combinatie met een lidwoord (de, een) of een bezittelijk voornaamwoord. De GI's uit de Koreaoorlog gebruikten de variant 'mama-san'. Voor de...

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

madam

madam - Zelfstandignaamwoord 1. getrouwde vrouw 2. (pejoratief) vrouw die men niet voor vol aanziet, een flapmadam 3. bordeelhoudster Woordherkomst van het Franse madame (ma [mijn] + dame)

2024-04-20
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

madam

mevrouw Wat is Uw naam, madam? En welke arme sloeber was ooit zo malheureus u te verwekken? (Tom Lanoye, Mamma Medea) Geen Algmeen Nederlands Gangbaarheid: 6 Vlaamsheid: 3

2024-04-20
Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

madam

Bordeelhoudster. Deze beleefdheidsvorm heeft te maken met de managerpositie: zij beheert het bordeel. In deze betekenis nooit als aanspreektitel gebruikt. Het woord komt ook uitsluitend voor in combinatie met een lidwoord (de, een) of een bezittelijk voornaamwoord. De GI’s uit de Koreaoorlog gebruikten de variant ‘mama-san’. Voor de Fransen was ‘ma...

2024-04-20
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Madam

[Fr. madame = lett.: mijn dame, van Lat. domina = meesteres] (Z.N.) mevrouw; (ironisch) mevrouw (een hele een kale -).

2024-04-20
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

madam

mevrou.

2024-04-20
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

madam

mevrouw, juffrouw.

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Madam

(<Fr.), v. (-s), 1. (Zuidn.) getrouwde burgei vrouw ; 2. (minachtend) vrouw die men niet voor vol aanziet : een kale madam ; de madam van een bordeel ; de waardin ; — de madam spelen, uithangen, zich door kleeding en houding als een dame willen voordoen.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

madam

v. madammen; Z.-N. getrouwde burgervrouw; N.-N. enigszins min.: Franse floddermadammen. Hetzelfde woord als: madame.