Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

Paap

betekenis & definitie

geestelijke; meer algemeen ook: roomskatholiek. Sedert de reformatie van de rooms-katholieke kerk in de zestiende eeuw als schimpwoord gebruikt.

Tevoren had het woord geen minachtende klank. Zie ook papengebroed.Vgl. Frans: papiste. ‘Onhebbelijke paap!’ borst Aernoud uit, ‘gij bezondigt uwe ziele, lasterende de onnoozelheid!’ (A.L.G. Bosboom-Toussaint, Het huis Lauernesse,1840)

Mislukte paap! (Roobjee, Vincent en Astrid van Gogh verdwijnen in een korenveld, 1977)