Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

OW'er, oweeër

betekenis & definitie

(tijdens de Eerste Wereldoorlog) (afkorting van oorlogswinst) Nederlandse smokkelaar of louche handelaar die enorme winsten maakt. Omdat zo iemand vaak het geld over de balk smeet, ging het woord vrij snel ook parvenu betekenen.

In een kleine, fijne eetzaal/Met een strijkje om een hoek/Zat een glimmend paar Owejers/Net als schippers op bezoek. (J.H. Speenhoff, Oesters eten, 1918)