gek; iemand die zichzelf belachelijk maakt; sukkel, slappeling. Voor joker staan betekent ‘in zijn hemd staan, voor gek staan’.
Zie ook Jan Joker.Dat was een zootje kloteklappers, dat waren janjurken, achterlijk en idioot! Die jokers zaten via Radio Oranje het thuisfront lekker op te stoken. (Jan Cremer, De Hunnen, 1984) Hij werd uitgemaakt voor clown, pruilend kind, staatsrechtelijk onbenul, joker en behoorlijk dom. Minister Nawijn vond de storm aan kritiek ‘niet zo leuk’, maar zag ook deze keer geen reden op te stappen. (Algemeen Dagblad, 11/12/2002)