Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

Griek (2)

betekenis & definitie

(verouderd) nors, onvriendelijk persoon; knorrepot.

Hoe komt uwe zoete Vriendin aan zo een stoethaspel! er is geen lekkere beet aan dien geheelen Gerrit van Oldenburg.... Hy is een regte Griek. (E. Bekker, Wed. Wolff: Historie van den Heer Willem Leevend, 1784-1785)

< >