Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

dragonder

betekenis & definitie

forse vrouw; manwijf; virago. Betekent eigenlijk ‘lichte cavalerist’.

Oorspronkelijk een voetsoldaat die een paard gebruikte om zich snel te kunnen verplaatsen. Later ging hij ook te paard vechten.

De dragonders beleefden hun hoogtepunt in Frankrijk in de tweede helft van de zeventiende eeuw. Het woord is afkomstig van het Franse dragon (draak, dragonder) en verwijst naar het vaantje in de vorm van een draak (de ruiterij voerde een zijden slang mee).

Van 1815 tot 1841 kende het Nederlandse leger een regiment Lichte Dragonders. Dragonders werden doorgaans geassocieerd met ruwe, woeste kerels.

Later ging men het woord gebruiken voor een manwijf. In het achttiende-eeuwse Rotterdam had een vrouw jarenlang als dragonder gediend (onder de naam ‘Aal de Dragonder’) tot ontdekt werd dat zij geen man was, maar een verklede vrouw.

Voor deze travestie werd ze na haar dood opgezet en met een zwaard in de hand op een paardenkarkas als curiosum tentoongesteld. Het WNT geeft verder als voorbeeldzin: ‘Hoe kan een man er toe komen zoo’n dragonder te trouwen.’ Zie ook hemeldragonder.

Fransen noemen een manwijf un grenadier.Soms bereikt een ouderwetse dragonder meer dan een moderne dominee, moet je maar rekenen. (Piet Bakker, Ciske de Rat, 1941)

... manwijf, gespierder dan ik, vreselijk heerszuchtig, en met de stem en de gang van een dragonder... (Simon Vestdijk, De grenslijnen uitgewist, 1984)

De therapeute, een paramedische dragonder, wees me met streng nasale stem op mijn zwakke plekken, terwijl ze me om mijn as liet draaien. (A.F.Th. van der Heyden, De Movo Tapes, 2003)