iemand met een oppervlakkige kennis van iets; persoon die een bepaalde vaardigheid niet als beroep uitoefent maar uit liefhebberij (en daardoor slecht); een niet-vakman; prutser; knoeier. Soms ook als eerste lid van een samengesteld woord: amateurdichter.
Men verliest den roep van vakman en deskundige, men riskeert den blaam van amateur en dilettant. (F. van Eeden, Studie’s, 1890)