De officiële naam van dit Italiaanse witte druivenras is glera. De gelijknamige lichte, mousserende wijn Prosecco uit de regio Veneto heeft dit ras wereldberoemd gemaakt. De naam glera wordt pas sinds 2009 weer gebruikt, vanaf toen werd de naam Prosecco beschermd door een nieuwe DOCG- en de DOC-status.
Prosecco heeft grote, lange trossen en kleine,ronde druifjes met een zoete smaak. De druif gedijt het best in een niet te droge omgeving en is begin oktober rijp.
Prosecco geeft wijnen met een strogele kleur en een matig alcoholpercentage.De wijn is vaak herkenbaar aan de smaak van peer, citrus en een licht bittertje in de afdronk.
De druif wordt ook voor niet-mousserende wijnen gebruikt, maar deze proseccodruif is vooral zeer geschikt voor mousserende wijn; zijn lichte structuur, lage suikergehalte, relatief hoge zuren en frisse aroma’s maken het ras een goed basis-ingrediënt.
De naam Prosecco werd voor veel andere mousserende wijnen - wijn die niet uit de Veneto kwam - gebruikt, vanwege de populariteit van deze mousserende wijn. Mousserende wijn vanuit de hele wereld werd als Prosecco verkocht.
In 2009 is dit misbruik gereguleerd door de DOCG-status toe te kennen aan Prosecco. Prosecco mag alleen zo heten als het uit de regio Conegliano-Valdobbiadene komt.De nieuwe regelgeving betekende ook de herintroductie van de officiële naam glera voor het ras.
Er zijn verschillende types Prosecco: de Prosecco Frizzante en de Prosecco Spumante.
De Prosecco Frizzante is een simpele, goedkopere, mousserende wijn. Prosecco Frizzante is altijd afgesloten met een draaidop.
De Prosecco Spumante is een betere kwaliteit mousserende wijn. De wijn is qua te stijl te vergelijken met Champagne of Cava. Deze variant is afgesloten middels een kurk met muselet, heeft een druk van meer dan 3 bar en heeft over het algemeen een fijnere meubel dan de Frizzante.
