Ensie Encyclopedie

Redactie Ensie (2022)

Gepubliceerd op 23-06-2016

Viscositeit

betekenis & definitie

Viscositeit is de benaming voor een fysische materiaaleigenschap, namelijk de vloeibaarheid of stroperigheid van een vloeistof. Viscositeit is de maatstaf die aangeeft in hoeverre een vloeistof weerstand biedt tegen vervorming.

De viscositeit van een vloeistof kan worden achterhaald door de vloeistof op een plaat te laten vallen. Wanneer de vloeistof direct uiteenspat, betekent dit dat de vloeistof een lage viscositeit heeft. Wanneer de vloeistof niet echt van vorm veranderd, betekent dit dat de vloeistof een hoge viscositeit heeft. Een voorbeeld van een vloeistof met een lage viscositeit is water, een voorbeeld van een vloeistof met een hoge viscositeit is verf of honing. Vloeistoffen met een hoge viscositeit zijn als het ware vaak wat dikker dan vloeistoffen met een lage viscositeit.

Viscositeit wordt in de natuurkunde uitgedrukt in Pa.s, wat staat voor Pascal-seconde. Sommige vloeistoffen hebben een zodanig lage viscositeit, dat de waarde hiervan wordt uitgedrukt in mPa.s. 1000 mPa.s staat gelijk aan 1 Pa.s.

De viscositeit van sommige vloeistoffen is afhankelijk van de temperatuur. Zo wordt geasfalteerd wegdek onder zeer hete omstandigheden wel eens vloeibaar. Door de kracht die auto’s uitoefenen op het wegdek, vervormd het asfalt. Hoewel dit een hele hoge viscositeit impliceert, is er nog steeds sprake van viscositeit.