Een posttraumatische stressstoornis (PTSS) is een aandoening als gevolg van een ingrijpende traumatische gebeurtenis. Het lukt iemand met posttraumatische stressstoornis niet om het trauma te verwerken.
Mensen met PTSS herbeleven de traumatische gebeurtenis voortdurend. De herbeleving kan zeer realistisch overkomen en is bijna niet van de werkelijke gebeurtenis te onderscheiden. De posttraumatische stressstoornis gaat meestal gepaard met grote paniek- en angstklachten. Enkele mogelijke oorzaken voor een posttraumatische stressstoornis kunnen zijn: incest, het betrokken zijn bij een ongeluk, oorlog, seksueel- en/of psychisch geweld, overlijden en mishandeling.
Herinneringen van specifieke geluiden, gevoelens of beelden van de ervaring kunnen zich onverwachts aandienen. Om deze reden proberen mensen bepaalde gevoelens, gedachten en/of situaties die aan de gebeurtenis doen denken, te vermijden en te verdringen. Zo beschermen zij zichzelf tegen intense emoties.
Iemand met een posttraumatische stressstoornis slaapt doorgaans onrustig en heeft last van nachtmerries. De persoon heeft concentratieproblemen, een verhoogde prikkelbaarheid en kan schrikachtig overkomen. Ook sluit iemand zich vaak af voor zijn/haar omgeving en voelt zich minderwaardig. Sommigen geven zichzelf de schuld van de traumatische gebeurtenis, ook als zij hier niks aan konden doen.
Een posttraumatische stressstoornis kan een ingrijpende invloed hebben op het dagelijkse leven. Door de verstoorde nachtrust, het onophoudelijke piekeren en de angstervaringen zijn patiënten ronduit uitgeput. Daardoor kunnen zij niet goed meer functioneren in de maatschappij. Ze zijn vaak niet in staat om te blijven werken en lopen een vergroot risico om in sociale isolatie terecht te komen.
PTSS kan vaak goed worden behandeld door Eye Movement Desensitization Reprocessing (EMDR). Daarnaast kan cognitieve gedragstherapie de kwaliteit van leven flink verbeteren. Als dat onvoldoende werkt, kan er ook medicatie worden ingezet.
