Definities van Prisma Groot Woordenboek Nederlands in de Ensie Z
- zeker
- zekeren
- zekerheid
- zekerheidshalve
- zekerheidsstelling
- zekering
- zekerlijk
- zelateur
- zelden
- zeldzaam
- zeldzaamheid
- zelf
- zelfanalyse
- zelfbediening
- zelfbedieningswinkel
- zelfbedrog
- zelfbeeld
- zelfbehagen
- zelfbeheersing
- zelfbehoud
- zelfbeklag
- zelfbeperking
- zelfbeschikkingsrecht
- zelfbeschouwing
- zelfbeschuldiging
- zelfbestuiving
- zelfbesturend
- zelfbestuur
- zelfbevlekking
- zelfbevrediging
- zelfbewoning
- zelfbewust
- zelfbewustzijn
- zelfbinder
- zelfcensuur
- zelfcontrole
- zelfde
- zelfdestructie
- zelfdiscipline
- zelfdoding
- zelfdoener
- zelfgenoegzaam
- zelfgevoel
- zelfhulp
- zelfinductie
- zelfingenomen
- zelfironie
- zelfkant
- zelfkastijding
- zelfkennis
- zelfklevend
- zelfklever
- zelfkritiek
- zelfkwelling
- zelfmedelijden
- zelfmoord
- zelfmoordaanslag
- zelfmoordcommando
- zelfmoordenaar
- zelfmoordpil
- zelfmoordplannen
- zelfonderricht
- zelfonderzoek
- zelfontbranding
- zelfontplooiing
- zelfontspanner
- zelfopofferend
- zelfopoffering
- zelfoverschatting
- zelfoverwinning
- zelfportret
- zelfredzaamheid
- zelfregistrerend
- zelfregulering
- zelfreinigend
- zelfrespect
- zelfrijzend
- zelfs
- zelfspot
- zelfstandig
- zelfstandigenaftrek
- zelfstandigheid
- zelfstart
- zelfstrijd
- zelfstrijkend
- zelfstudie
- zelftucht
- zelfverachting
- zelfverdediging
- zelfverheerlijking
- zelfverklaard
- zelfverkozen
- zelfverloochening
- zelfverminking
- zelfvertrouwen
- zelfverwijt
- zelfverzekerd
- zelfvoldaan
- zelfvoldoening
- zelfwaardering