Definities van Prisma Groot Woordenboek Nederlands in de Ensie Z
- zelfwerkend
- zelfwerkzaamheid
- zelfzeker
- zelfzucht
- zelfzuchtig
- zelling
- zeloot
- zelve
- zemel
- zemelaar
- zemelachtig
- zemelen
- zemelig
- zemen
- zen
- Zend
- zendamateur
- zendantenne
- zendapparatuur
- zendbereik
- zendbrief
- zendeling
- zenden
- zender
- zenderkleuring
- zendgemachtigde
- zendgraaf
- zending
- zendingsdrang
- zendingskerk
- zendingsschool
- zendingsveld
- zendingswerk
- zendinstallatie
- zendmachtiging
- zendmast
- zendpiraat
- zendschip
- zendstation
- zendtijd
- zendtoestel
- zendvergunning
- zenegroen
- zengen
- zenig
- zenit
- zenuw
- zenuwaandoening
- zenuwachtig
- zenuwarts
- zenuwbehandeling
- zenuwcel
- zenuwcentrum
- zenuwcrisis
- zenuwenoorlog
- zenuwgas
- zenuwgestel
- zenuwinrichting
- zenuwinzinking
- zenuwknoop
- zenuwlijder
- zenuwontsteking
- zenuwoorlog
- zenuwpatiënt
- zenuwpees
- zenuwpijn
- zenuwschok
- zenuwslopend
- zenuwstelsel
- zenuwtrek
- zenuwverlamming
- zenuwweefsel
- zenuwziek
- zenuwziekte
- zenuwzwakte
- zepen
- zeper
- zeperd
- zeperig
- zeppelin
- zerk
- zero
- zero tolerance
- zerp
- zes
- zesdaags
- zesde
- zesdelig
- zesender
- zeshoek
- zeshoekig
- zeshonderd
- zesjarig
- zeskant
- zeskantig
- zesling
- zesmeter
- zespitter
- zesregelig
- zestal
