Definities van Prisma Groot Woordenboek Nederlands in de Ensie Z
- zestallig
- zestien
- zestiende
- zestiende-eeuws
- zestienhonderd
- zestienjarig
- zestienmetergebied
- zestiental
- zestig
- zestiger
- zestigjarig
- zestigste
- zestigtal
- zesvlak
- zesvoud
- zesvoudig
- zeswekendienst
- zet
- zèta
- zetakker
- zetbaas
- zetboer
- zetduiveltje
- zetel
- zetelen
- zetelverdeling
- zetelwinst
- zetfout
- zethaak
- zetlijn
- zetmachine
- zetmeel
- zetpil
- zetschipper
- zetsel
- zetspiegel
- zetstuk
- zettabyte
- zetten
- zetter
- zetterij
- zetting
- zetwerk
- zetwijze
- zeug
- zeugma
- zeulen
- zeuntje
- zeur
- zeurderig
- zeuren
- zeurig
- zeurkous
- zeurpiet
- zeuven
- zeven
- zevenarmig
- zevenblad
- zevenboom
- zevendaags
- zevende
- zevendedagsadventisten
- zevenhoek
- zevenhonderd
- zevenjarig
- zevenkamp
- zevenklapper
- zevenkruid
- zevenmijlslaarzen
- zevenslaper
- zevensprong
- zevenster
- zevental
- zeventallig
- zeventien
- zeventiende
- zeventiende-eeuws
- zeventig
- zeventiger
- zeventigjarig
- zeventigste
- zevenvoud
- zevenvoudig
- zever
- zeveraar
- zeveren
- ZFW
- zg.
- zgn.
- ZH
- zich
- zicht
- zichtafstand
- zichtbaar
- zichtkaart
- zichtlocatie
- zichtrekening
- zichtzending
- zichzelf
- ziedaar