Definities van Prisma Groot Woordenboek Nederlands in de Ensie N
- nietsvermoedend
- nietswaardig
- nietszeggend
- niettegenstaande
- niettemin
- nietwaar
- nieuw
- Nieuw-Caledoniër
- Nieuw-Caledonisch
- Nieuw-Guinees
- Nieuw-Zeelander
- Nieuw-Zeelands
- nieuwbakken
- nieuwbouw
- nieuweling
- nieuwerwets
- nieuwetijdskind
- Nieuwgrieks
- nieuwheid
- nieuwigheid
- Nieuwjaar
- nieuwjaarsbrief
- nieuwjaarsdag
- nieuwjaarskaart
- nieuwjaarsreceptie
- nieuwjaarswens
- nieuwkomer
- nieuwkoop
- nieuwkuis
- nieuwlichter
- nieuwlichterij
- nieuwmodisch
- nieuwprijs
- nieuws
- nieuwsagentschap
- nieuwsbericht
- nieuwsblad
- nieuwsbulletin
- nieuwsdienst
- nieuwsgaring
- nieuwsgierig
- nieuwsgroep
- nieuwslezer
- nieuwsuitzending
- nieuwswaarde
- nieuwtestamentisch
- nieuwtje
- nieuwvorming
- nieuwwaarde
- nieuwzilver
- niezen
- Nigerees
- Nigeriaan
- Nigeriaans
- nigromantie
- nihil
- nihilbeding
- nihilisme
- nihilist
- nihilistisch
- nijd
- nijdas
- nijdassig
- nijdig
- nijdigheid
- nijgen
- nijlpaard
- nijlreiger
- Nijmeegs
- Nijmegenaar
- nijpen
- nijpend
- nijptang
- nijver
- nijveraar
- nijverheid
- nijverheidsonderwijs
- nikab
- Nikkei-index
- nikkel
- nikkelen
- nikkelstaal
- nikker
- niks
- niksen
- niksnut
- nillens willens
- niloten
- nilotisch
- NIM
- nimbostratus
- nimbus
- nimby
- nimf
- nimmer
- nimmermeer
- nimrod
- ninja
- niobium
- NIOD
