Definities van Prisma Nederlands Fries in de Ensie S
- schiften
- schijf
- schijn
- schijnbaar
- schijnen
- schijnheilig
- schijnsel
- schijnwerper
- schijten
- schijterij
- schik
- schikken
- schikking
- schil
- schild
- schilder
- schilderachtig
- schilderen
- schilderij
- schildklier
- schildknaap
- schildpad
- schilfer
- schilferen
- schillen
- schim
- schimmel
- schimmelen
- schimmelig
- schimpen
- schimpscheut
- schip
- schipbreuk
- schipbreukeling
- schipper
- schitteren
- schitterend
- schminken
- schoeisel
- schoen
- schoenborstel
- schoenlepel
- schoenmaker
- schoenpoetser
- schoensmeer
- schoffel
- schoffelen
- schoft
- schok
- schokbreker
- schokken
- schol
- scholekster
- scholengemeenschap
- scholier
- schommel
- schommelen
- schommeling
- schoof
- schooier
- school
- schoolbestuur
- schoolblijven
- schoolbord
- schoolgeld
- schooljaar
- schoolkind
- schoolmeester
- schoolplein
- schoolslag
- schooltas
- schooltijd
- schoon
- schoondochter
- schoonheid
- schoonmaak
- schoonmaken
- schoonmoeder
- schoonouders
- schoonvader
- schoonzoon
- schoonzus
- schoorsteen
- schoorsteenmantel
- schoorsteenveger
- schoorvoetend
- schoot
- schootsveld
- schop
- schoppen
- schor
- schorpioen
- schorriemorrie
- schors
- schorsen
- schort
- schot
- Schot
- schotel
- Schotland
