Definities van Prisma Nederlands Fries in de Ensie S
- slaapwandelaar
- slaapwandelen
- slaapzak
- slabbetje
- slachten
- slachtoffer
- slag
- slagader
- slagboom
- slagen
- slager
- slagerij
- slaginstrument
- slagregen
- slagroom
- slagtand
- slagvaardig
- slagveld
- slagwerk
- slagzij
- slak
- slaken
- slangenbeet
- slank
- slaolie
- slap
- slapeloos
- slapen
- slaperig
- slapte
- slavenhandel
- slavin
- slecht
- slechten
- slechthorend
- slechts
- slechtziend
- slee
- sleepboot
- sleeptouw
- sleet
- sleets
- slemppartij
- slenk
- slenteren
- slepen
- slet
- sleuren
- sleutel
- sleutelbeen
- sleutelbloem
- sleutelbos
- sleutelgat
- slib
- slijk
- slijm
- slijmen
- slijmerig
- slijmvlies
- slijpen
- slijtage
- slijten
- slijterij
- slikken
- slim
- slingeren
- slinken
- slinks
- slip
- slippen
- sloddervos
- slof
- sloffen
- slok
- slokdarm
- slokken
- slons
- sloot
- slootjespringen
- slootkant
- slop
- slopen
- sloppenwijk
- slordig
- slot
- slotenmaker
- slotgracht
- slotwoord
- sluier
- sluik
- sluimeren
- sluimering
- sluipen
- sluipmoord
- sluipverkeer
- sluis
- sluiten
- sluiting
- sluitstuk
- sluizen