Definities van Prisma Nederlands Fries in de Ensie S
- slungelig
- slurpen
- sluw
- sluwheid
- smaak
- smaakvol
- smachten
- smadelijk
- smakelijk
- smakeloos
- smaken
- smal
- smalen
- smalend
- smart
- smartelijk
- smartengeld
- smartlap
- smeden
- smederij
- smeedijzer
- smeekbede
- smeerkaas
- smeerlap
- smeerolie
- smeken
- smelten
- smeltkroes
- smeltpunt
- smeren
- smerig
- smet
- smeulen
- smid
- smidse
- smient
- smijten
- smoel
- smoezelig
- smoezen
- smokkelaar
- smokkelen
- smokkelwaar
- smoor
- smoorverliefd
- smoren
- smullen
- snaak
- snaaks
- snakken
- snappen
- snateren
- snauw
- snauwen
- snauwerig
- snavel
- snedig
- snee
- sneeuw
- sneeuwbal
- sneeuwen
- sneeuwjacht
- sneeuwketting
- sneeuwklokje
- sneeuwman
- sneeuwpop
- sneeuwruimen
- sneeuwschuiver
- sneeuwvlok
- sneeuwwit
- sneeuwzeker
- snel
- snelbinder
- snelheid
- snelkoker
- snellen
- snelverkeer
- snelwandelen
- snelweg
- snert
- sneu
- sneuvelen
- snibbig
- snijboon
- snijbrander
- snijden
- snijdend
- snijtand
- snijwond
- snik
- snikken
- snipper
- snipperdag
- snobistisch
- snoeien
- snoek
- snoekbaars
- snoepen
- snoeper
- snoer