een - laden
een uitbrander, berisping, bekeuring krijgen. Bargoense uitdr. Vgl. verschut gaan.
We gaan de film draaie. Sla is op me schoer en zeg drie maal: ‘Zeve...Zeve...Zeve’. Dat is voor de nie- gus. Als ie je drie keer laat bekloppe, valt er geen verschutting... (Willem van Iependaal: Polletje Piekhaar, 1935)
Wat er ook mocht gebeuren, hij wilde straks in Volendam geen verschutting laden. (Ben Borgart: Troost. Verhalen, 1981)
Dat doet hij alleen maar om haar zo’n verschutting te laten halen. (Simon Carmiggelt: Bij nader omzien, 1986)