Gepubliceerd op 21-06-2017

Drie

betekenis & definitie

1. de- K’s,kut, kerk en kapitaal, ofwel de dingen waar het in het leven om draait.

De toestand is niet rotter dan anders, antwoordde deze. Wat wil je ook, zolang de drie K’s het voor het zeggen hebben in de wereld. De tuinman keek hem vragend aan. Kapitaal, kerk en kut, zei hij. Daar wordt de wereld door beheerst. (Jan Wolkers: De hond met de blauwe tong, 1964)

2. ergens met - kruisjes naartoe gaan,radiocode gebruikt door politieagenten voor ‘ergens snel naartoe gaan met de surveillancewagen’ (bijv. een ongeluk met slachtoffers). De uitdr. houdt wellicht verband met het spel ‘boter, kaas en eieren’, waarbij men een kruisje moet zetten in drie op elkaar volgende vakjes in een uit negen vakjes bestaand speelveld. Ergens met drie kruisjes naartoe gaankan dan ook opgevat worden in de zin van ‘rij er linea recta naartoe’.
3 op- benen staan,een erectie hebben. Vgl. derde been.Deze uitdr. komt uit het slang van soldaten.