zijn - kwijt zijn, zijn bezinning verloren hebben; de kluts kwijt geraakt zijn; in de war zijn; soms ook ‘dronken zijn’ (eigenlijk ‘zijn geestelijk evenwicht verloren hebben’). Het WNT geeft als oudste vindplaats Chr. Huygens jr. (1691).
Tramontana is het Italiaanse woord voor ‘de poolster’, die voor de Middellandse-Zeevolken ‘over de bergen’ staat en niet zichtbaar is. Op deze ster richtten de zeevaarders ’s nachts hun koers toen het kompas nog niet was uitgevonden. Omdat men het woord in de volksmond vaak associeerde met ‘tranen’, werd het wel eens verbasterd tot (zijn) tranemontanen (kwijtzijn).
Je vader raakt daardoor geheel van zijn tramontane. (Heere Heeresma: Han de Wit gaat in ontwikkelingshulp, 1972)
Ze is van d’r tramontanen. (Leonhard Huizinga: Hasjadriaan en Hasjolivier, 1974)
‘Gouwe-dozen, arme Everard. Hij is ook helemaal z’n tramontane kwijt, denk ik, nou Hans heeft voorgesteld gezellig met ons allen Kokkie op te eten.’ (Megchel J. Doewina: Huize Avondroze, 1988)
Van het minste of geringste prikje, hem door welke andere schrijvende gek ook toegebracht, raakt deze gevreesde polemicus zo ontzettend van zijn tramontane dat hij er wekenlang geen woord uitkrijgt voor zijn vaste woensdaghoekje links op de columnpagina. (HP/De Tijd, 07/01/94)