Gepubliceerd op 21-06-2017

Betoeterd

betekenis & definitie

ben je (een haartje/van naatje) -

ben je gek; wat bezielt je? Nog steeds een informele uitdr. Eigenlijk het verleden deelwoord van het niet meer gebruikelijke werkwoord betoeteren‘verwarren van de geest; verdwazen; schrik inboezemen’. Misschien is er verband met toeteren‘op de hoorn blazen en vandaar met dit blazen de geest opwekken’? Betoeterdbehoort tot de Zaanse volkstaal en komt in de bet. ‘niet goed wijs’ al voor in een drama van Herman Heijermans uit 1905: Schakels, vrolijk spel-van-den-huislijken-haard.

Het dateert echter wellicht al van veel vroeger. De Vooys, in zijn VerzameldeTaalkundige Opstellen(1947), vermeldt betoeterd naast betoterd.

‘Hee hee, ben je een haartje betoeterd’, riep Eitje ... (Harry Mulisch: De verteller, 1970)

Je hebt gelijk. Natuurlijk. Ben ik betoeterd. (Heere Heeresma: Langs berg en dal klinkt hoorngeschal,1972)

Ja, ik ben me daar een haartje betoeterd. (Simon Carmiggelt: De avond valt, 1980)

Zijn we nou helemaal betoeterd? (Boudewijn Büch: Het dolhuis, 1987)

Ben jij nou een haartje betoeterd? (Ben Borgart: Fontana, 1988)