Gepubliceerd op 20-07-2020

Lichaam

betekenis & definitie

(Os. lik-hamo). ’t Eerste lid lik is: gedaante, vorm, en leeft nog voort in lijk', de vorm van het lichaam, het vleesch zonder leven en ziel; en als achtervoegsel -lijk: mannelijk = de gedaante van een man hebbende. — Het tweede lid hamo is voor ons verloren gegaan ; het bet. hulsel, vgl.: ’t Angelsaks. horna = hulsel, Got. gahamon = zich bekleeden en ons hemd (z. d. w.). Lichaam bet. dus: vleeschhulsel.