(Os. lik-hamo). ’t Eerste lid lik is: gedaante, vorm, en leeft nog voort in lijk', de vorm van het lichaam, het vleesch zonder leven en ziel; en als achtervoegsel -lijk: mannelijk = de gedaante van een man hebbende. — Het tweede lid hamo is voor ons verloren gegaan ; het bet. hulsel, vgl.: ’t Angelsaks. horna = hulsel, Got. gahamon = zich bekleeden en ons hemd (z. d. w.). Lichaam bet. dus: vleeschhulsel.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk