Gepubliceerd op 29-12-2016

driehoekstheorie van liefde

betekenis & definitie

Theorie van Robert J. Sternberg (1986). Volgens Sternberg zijn er acht verschillende subtypes van liefde en die afgeleid kunnen worden uit de volgende drie componenten.

1. Intimiteit. Hiervoor geldt: elkaar aardig vinden, gevoelens van nabijheid, geestelijk contact, verbondenheid en seksueel contact.
2. Passie. Deze component bevat de drijfveren die leiden tot romantiek, fysieke aantrekkelijkheid en seksuele voldoening.
3. Verbintenis. Hiervoor geldt: dat men van elkaar houdt en de liefde wil continueren.
De mate van liefde die gevoeld wordt, hangt af van de sterkte van de componenten, terwijl de soort liefde die gevoeld wordt afhangt van welke componenten betrokken zijn. Wanneer geen enkele component aanwezig is, is er sprake van geen liefde of liefdeloosheid. Soorten liefde die ervaren worden wanneer één component aanwezig is zijn: elkaar aardig vinden, smoorverliefd zijn en lege liefde. Interacties tussen de componenten veroorzaken andere soorten van liefde. Zie voor een totaal overzicht: figuur Soort liefde.
Sternberg stelt dat het relatieve belang van elke component in de tijd verandert als een volwassen romantische relatie zich ontwikkeld en dit vindt volgens hem als volgt plaats:
- Intimiteit. Intimiteit gaat minder snel naar zijn maximum als passie en wordt stapsgewijs minder naar een lager niveau van intimiteit als de interpersoonlijke verbintenis toeneemt. Wijziging in omstandigheden, echter, kan latente intimiteit weer activeren, waardoor de intimiteit weer sterker kan terugkeren en zelfs op een hoger niveau komen als voorheen.
- Passie. Deze ontstaat vaak bij de aanvang van de relatie, bereikt relatief snel zijn maximum en wordt dan minder, en stabiliseert zich dan op een stabiel niveau door gewenning. Na het beëindigen van een relatie, wordt het gevoel van passie voor een periode negatief als de persoon een sterk gevoel van verlies ervaart.
- Verbintenis. In succesvolle relaties stijgt het verbintenisniveau in het begin relatief langzaam, wordt versneld en vlakt dan weer af. Als een relatie niet succesvol is daalt het verbintenisniveau tot een basisniveau.
Sternberg vergelijkt zijn theorie met nieuwe onderzoeksresultaten om na te gaan hoe de liefdesdriehoek is te begrijpen en te vergelijken met verschillende vormen van de liefdesdriehoek zoals een ideale liefde, realistische liefde, bij de persoon zelf en bij de ander en zijn relaties.
"Hier figuur soort liefde"
Fig. Soort liefde
Fig. Soort liefde
Sternberg stelt dat het relatieve belang van elke component in de tijd verandert als een volwassen romantische relatie zich ontwikkeld en vindt als volgt plaats:
Passie. Deze ontstaat vaak bij de aanvang van de relatie, bereikt relatief snel zijn maximum en wordt dan minder en stabiliseert zich dan op een stabiel niveau door gewenning. Na het beëindigen van een relatie, wordt het gevoel van passie voor een periode negatief als de persoon een sterk gevoel van verlies ervaart.
Intimiteit. Intimiteit gaat minder snel naar zijn maximum als passie en wordt stapsgewijs minder naar een laag niveau van intimiteit als interpersoonlijke verbintenis toeneemt. Wijziging in omstandigheden, echter, kan latente intimiteit weer activeren, waardoor de intimiteit weer sterk kan terugkeren en zelfs op een hoger niveau als voorheen.
Verbintenis. In succesvolle relaties stijgt het verbintenisniveau in het begin relatief langzaam, wordt versneld en vlakt dan af. Als een relatie niet succesvol is daalt het verbintenisniveau tot een basisniveau. Sternberg vergelijkt zijn theorie met nieuwe onderzoeksresultaten om na te gaan hoe de liefdesdriehoek is te begrijpen en te vergelijken met verschillende vormen van de liefdesdriehoek zoals een ideale, realistische, bij de persoon zelf en bij de ander en de relaties hiertussen.