Neerslag in de vorm van afzonderlijke of tot vlokken samengeklonterde ijskristallen. IJskristallen ontstaan als de temperatuur onder het vriespunt daalt en de waterdruppeltjes een vrieskern bezitten waaromheen de minuscule ijskristalletjes kunnen aangroeien.
Deze ijsvorming verloopt het snelst bij temperaturen van omstreeks 12°C. De in een wolk gevormde ijskristallen kunnen aangroeien doordat omringende druppeltjes ingevangen worden.
Zie ook: af en toe regen (of sneeuw)
Zie ook: eeuwige sneeuw
Zie ook: hydrometeoor
Zie ook: sneeuwgrens