Prisma van het weer

Peter Timofeeff (1993)

Gepubliceerd op 06-04-2017

Deltawerken

betekenis & definitie

Waterbouwkundig project ter beveiliging van het zuidwestelijk gedeelte van Nederland tegen overstromingen. De aanleiding hiervoor was de watersnoodramp van 1953.

Onderdelen van de werken zijn de stormvloedkering Hollandse IJssel (1958), de Haringvlietdam met sluizen (1971), de Brouwersdam (1972), de Grevelingendam (1965), de Volkerakdam (1969), de Veerse-Gatdam (1961), de Zandkreekdam (1960) en de verhoging van de dijken langs de Nieuwe Waterweg en de Westerschelde. Deze laatste twee konden niet afgedamd worden vanwege de scheepvaart naar respectievelijk Rotterdam en Antwerpen. Er zijn plannen om ook in de Nieuwe Waterweg een stormvloedkering aan te leggen. Wat betreft de Oosterschelde werd in 1976 definitief besloten tot de aanleg van een pijlerdam met schuifdeuren en stormvloedkering, zodat de getijbeweging behouden zou blijven. Men gaf hieraan op grond van milieu-aspecten de voorkeur, ondanks de hogere kosten. Daardoor werd het wel noodzakelijk de Oester- en Philipsdam (1989) aan te leggen, om zo een getijdevrije scheepvaartroute via het Schelde-Rijnkanaal mogelijk te maken, de vervuiling van de Oosterschelde via dit kanaal te beperken en de oesterteelt te behouden door een scheiding van zoet en zout water. Door de Deltawerken is de kustlijn met ca. 700 km verkort. De bereikbaarheid en de waterhuishouding van het gebied zijn verbeterd. Vooral de verbetering van de zoetwaterhuishouding moet genoemd worden: het binnendringen van zout water via open zeegaten en kwelstromen is grotendeels beperkt. De recreatiemogelijkheden zijn aanzienlijk vergroot. Een nadeel is het verdwijnen van een gedeelte van de schelp- en schaaldierenteelt, hoewel dat door het behoud van de getijbeweging in de Oosterschelde nog meevalt. De totale kosten van de Deltawerken beliepen meer dan Ÿ10 miljard, waarvan de Oosterscheldedam Ÿ8 miljard voor zijn rekening nam.

Zie ook: Zuiderzeewerken