Jurisprudence Begrippenlijst

Paul Cliteur (2018)

Gepubliceerd op 15-02-2017

Transsubstantiatie

betekenis & definitie

Transsubstantiatie vindt plaats tijdens de consecratie van de eucharistieviering, wanneer brood en wijn volgens het katholiek geloof worden veranderd in het lichaam en bloed van Christus. De aanwezige gelovigen krijgen van de pastoor een hostie die ze dan opeten. De hostie symboliseert het lichaam van Christus, al wordt dat ook letterlijk genomen.

De pastoor van dienst neemt ook een slok van de wijn als bloed van Christus tot zich. Deze transsubstantiatie vormt zowat het hoogtepunt van de zogenaamde eucharistieviering. Het begrip werd voor het eerst gebruikt door Hildebert van Lavarin, de aartsbisschop van Tours in 1079. Het werd als principe aangenomen op het Vierde Concilie van Lateranen in 1215 en nadien bevestigd op het Concilie van Trente in de zestiende eeuw.

Het staat ook nadrukkelijk vermeld in de Catechismus van de katholieke Kerk: ‘Transsubstantiatie betekent de verandering van de hele substantie van het brood in de substantie van het Lichaam van Christus en van de hele substantie van de wijn in de substantie van zijn Bloed. Deze verandering voltrekt zich in het eucharistisch gebed door de werkdadige kracht van het woord van Christus en van het handelen van de heilige Geest. Toch blijven de zintuiglijk waarneembare kenmerken van brood en wijn, de zogenaamde ‘eucharistische gedaanten’, onveranderd.’

Het brood is doorgaans een hostie gemaakt van ouwel of eetpapier. Het betreft een wit, ongedesemd schijfje tarwebrood dat ook gebruikt wordt voor het maken van andere koekjes. De miswijn betrof vroeger een gewone rode wijn (de kleur van bloed) van minimaal 14% alcohol, vermengd met wat water. Tegenwoordig wordt gewoonlijk witte wijn gebruikt omdat die minder vlekken maakt. Alle gelovigen krijgen een hostie, maar de wijn wordt, in de westerse Kerk, alleen gedronken door de dienstdoende pastoor.