Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek (1985)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Kerkgenootschap

betekenis & definitie

o. (-pen), kerkelijke gezindte als organisatie.

(e) Op 1.1.1984 werd een overeenkomst van kracht tussen de staat der Nederlanden en een aantal kerken, waardoor de sinds 1814 geldende financiële afspraak tussen staat en kerk (de ‘zilveren koorde’) beëindigd werd. Krachtens deze overeenkomst stelde de staat f 250 mln. aan de desbetreffende kerkgenootschappen beschikbaar ten gunste van de financiering van de pensioenvoorzieningen voor ambtsdragers en hun nabestaanden. De portovrijdom die enige kerken genieten, zal pas na tien jaar beëindigd worden. Overigens blijven de maatschappelijke instellingen van de kerken voor overheidssubsidie in aanmerking komen, evenals de theologische hogescholen en het werk van de kerkelijke hoogleraren aan de rijksuniversiteiten.

Zestien Ned. kerken en religieuze gemeenschappen sloten zich aaneen in het Interkerkelijke Contactorgaan in Overheidszaken, dat namens de aangesloten organisaties overleg pleegt met overheidsorganen over gemeenschappelijke verantwoordelijkheden, zoals de geestelijke verzorging van militairen, gedetineerden en vergelijkbare groepen.