Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek (1985)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Kenia (kenya)

betekenis & definitie

Republiek in Oost-Afrika, begrensd door de Indische Oceaan, Somalië, Ethiopië, Soedan, Oeganda en Tanzania, 582 624 km2, 17,15 mln. inw. Hoofdstad: Nairobi.

ECONOMIE

De bevolking van Kenia neemt nog steeds zeer snel toe (met 4,1 % per jaar), voornamelijk als gevolg van een uitzonderlijk hoog geboortencijfer (51 ‰) en een relatief laag sterftecijfer (14 ‰). Hoewel in de traditionele landbouw de veehouderij het belangrijkst is (7 % van de oppervlakte), is deze agrarische bedrijvigheid van geringe betekenis voor de economie (export van huiden en vlees van lage kwaliteit). De akkerbouw, die slechts 4 % van de oppervlakte inneemt, levert een grotere bijdrage tot de economie. De belangrijkste produkten waren in 1982 koffie (95 000 t; 30-40 % van de export), thee (96 000 t; 15 % van de export), ananas (155 000 t) en sisal (42 000 t; derde plaats op de wereldranglijst). Door de oliecrisis en door binnenlandse moeilijkheden nam het toerisme af.

LITT. A.Hazlewood, The economy of Kenya: the Kenyatta era (1980); N.Swainson, The development of corporate capitalism in Kenya (1980).

POLITIEK

Aan het einde van de jaren zeventig raakte het land economisch en politiek in moeilijkheden. Periodes van langdurige droogte verzwakten de agrarische exporteconomie. Met een dalende economische groei (2,5 % per jaar in 1980 tegenover 7,7 % in 1977) kwamen de handels- en betalingsbalans steeds meer in de rode cijfers te staan. Het International Monetary Fund (IMF) wilde slechts kredieten verlenen als er een versobering van de overheidsuitgaven tegenover werd gesteld. Daarom devalueerde president Daniël Arap Moi de munt in 1981 met 23 %. De huurprijzen voor sociale woningen stegen in hetzelfde jaar met 126 %.

De corruptie kon hij echter niet de baas worden. Een factie binnen de oppositie nam haar toevlucht tot geweld. Het regime antwoordde met het opvoeren van de repressie. Oginga Odinga, vroeger een tegenstander van president Jomo Kenyatta, protesteerde tegen de militaire faciliteiten die Kenia aan de VS toestond, en tegen uitbuiten van ’s lands economie door een kleine clan. In febr. 1982 werd hij uit de Kenya African National Union (KANU) gestoten. In april 1981 had de president reeds de politieke facties binnen de partij ontbonden, waarna in juni 1982 de KANU eenheidspartij werd.

Studentenacties tegen het beleid van de president leidden herhaaldelijk tot de sluiting van de universitaire instellingen en hoogleraren verdwenen zonder enige vorm van proces achter de tralies krachtens de zgn. preventieve aanhoudingswet. Journalisten die hiertegen protesteerden, werden ook gearresteerd.

Op 1.8.1982 mislukte een coup, die uitging van de luchtmacht. Het loyale landleger kon de staatsgreep verijdelen, maar kon niet beletten dat de bewoners van de sloppenbuurten rond Nairobi aan het plunderen sloegen. Vooral de winkels van de Aziaten, die Moi in febr. als zondebokken van de economische stagnatie had aangewezen, leden veel schade. Er vielen naar schatting 300 doden. De Kenyan Air Force werd ontbonden en generaal-majoor Abdoel Mohammed werd met de opbouw van een nieuwe luchtmacht belast. Tegen mrt. 1983 waren al tien hoge officieren ter dood veroordeeld. Moi liet ook tal van intellectuelen

arresteren. Oginga Odinga werd onder huisarrest geplaatst en zijn zoon kreeg in april 1983 een proces.

Kenia probeerde de relaties met de buurlanden Oeganda en Tanzania te verbeteren. In 1981 en 1982 ontmoetten de presidenten van de drie landen elkaar herhaaldelijk, maar een algehele dooi bleef toch uit. De grenzen met Tanzania en Oeganda bleven gesloten; ook de pogingen om de financiële middelen van de in 1977 ter ziele gegane Oostafrikaanse Gemeenschap (EAC) onder de drie vroegere lidstaten te verdelen strandden. Op

16.11.1983 kwamen de drie presidenten van de betrokken landen wel tot overeenstemming over de ‘boedelscheiding’. In dec. werden de betrekkingen tussen de landen genormaliseerd. Het oprichtingsverdrag van de EAC uit 1967 werd officieel op 14.5.1984 geannuleerd. Het conflict met Somalië bleef smeulen. In de loop van 1983 kreeg Kenia een nieuw krediet van het IMF en royale financiële hulp van de VS. Op 22 juli ontbond Moi het parlement om vervroegde verkiezingen mogelijk te maken. Op 1 okt. maakte hij de samenstelling van zijn nieuwe kabinet bekend, een regeringsploeg die duidelijk het stempel van de president droeg. In de periode daarna maakte Moi verzoenende gebaren: de universiteit werd heropend, het huisarrest van Oginga Odinga werd opgeheven en een aantal politieke gevangenen werd vrijgelaten. Tussen 10—14.2.1984 voerden veiligheidstroepen in het gebied rond Wajir (Noordoost-Kenia) een operatie uit tegen oproerige leden van de Degodiaclan; deze maakt deel uit van de Somalibevolking in Kenia. Er vielen honderden doden. Aanleiding tot de actie was de aanval die leden van de Degodiaclan begin febr. hadden uitgevoerd op een andere Somaliclan, de Ajuran. Later in het jaar nam Moi, na een bezoek aan Somalië, een verzoenende houding aan tegenover de Somalistammen.

LITT. J.D.Barkan (red.). Politics and public policy in Kenya and Tanzania (1984).